Werken met scripts

Deze Help-pagina is bedoeld voor CXone Studio. Deze informatie is ook beschikbaar voor Desktop Studio.

De handelingen die op deze pagina worden beschreven, zijn essentieel voor het gebruikt van CXone Studio. Dit zijn onder andere scripts maken en openen, acties toevoegen en configureren en acties met elkaar verbinden.

Een script aanmaken

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

Op dit moment controleert CXone Studio niet of een scriptnaam al bestaat voordat u een script opslaat, en kunt u andere scripts in de map niet zien wanneer u een nieuw script opslaat. Zorg er daarom voor dat alle scriptnamen uniek zijn zodat andere scripts niet per ongeluk worden overschreven.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Klik op Nieuw script en selecteer het scriptmediatype in de vervolgkeuzelijst. De canvaswerkruimte voor het nieuwe script wordt in een nieuw tabblad in uw browser geopend.

  3. Om een script te kunnen opslaan, dient u minimaal één actie toe te voegen.

  4. Klik op Maken.

  5. Voer een Naam in voor uw script.

  6. Klik op Locatie om een map te kiezen waarin u het script wilt opslaan, of klik op Nieuwe map maken en voer een naam voor de nieuwe map in.
  7. Klik op Maken.

Een kopie van een script maken

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

Op dit moment controleert CXone Studio niet of een scriptnaam al bestaat voordat u een script opslaat, en kunt u andere scripts in de map niet zien wanneer u een nieuw script opslaat. Zorg er daarom voor dat alle scriptnamen uniek zijn zodat andere scripts niet per ongeluk worden overschreven.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Zoek op de pagina Scripts, het script dat u wilt dupliceren.
  3. Klik op Opties drie puntjes op een rij. voor het gewenste script en selecteer Dupliceren in het menu.

  4. Alternatief kunt u: 
    1. Klik op het script waarvan u een kopie wilt maken. Het wordt geopend op een nieuw tabblad.
    2. Klik op het tabblad van het script op de naam van het script, bovenaan in de canvaswerkruimte.

    3. Klik op Dupliceren in het vervolgkeuzemenu.

  5. Voer een unieke Naam voor het gedupliceerde script in.

  6. Klik op Locatie om een map te kiezen waarin u het script wilt opslaan. In de vervolgkeuzelijst Locatie kunt u ook op Nieuwe map maken klikken.

  7. Klik op Dupliceren.

Een script openen

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > Weergeven

Door een script te openen, kunt u een script weergeven dat momenteel op de CXone-servers staat. U kunt een script openen dat werd gemaakt in Desktop Studio. Als u een scriptbestand op uw computer hebt, kunt u het importeren.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Zoek het script dat u wilt openen. Als het zich in een map bevindt, dubbelklikt u erop om de map te openen. Om terug te keren naar de rootmap, klikt u op Scripts aan de bovenzijde van de pagina.
  3. Als u problemen ondervindt met het gewenste script, klikt u op de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van de scriptlijst en selecteert u Inactief. Dit toont u alle scripts die momenteel zijn gedeactiveerd. Gedeactiveerde scripts moeten opnieuw worden geactiveerd voordat u ze kunt openen.
  4. Dubbelklik op het script dat u wilt openen. Het opent in een nieuw browsertabblad.

Een script importeren

Met importeren kunt u een scriptbestand laden van uw computer naar CXone Studio. Als u bijvoorbeeld een script hebt geëxporteerd van CXone Studio als een back-up, moet u het mogelijk importeren om terug te keren naar die versie.

In CXone Studio zijn scripts in JSON. Desktop Studio-scripts zijn in XML. Dit betekent dat u scripts alleen kunt importeren in de applicatie van waar ze werden geëxporteerd. Na het importeren van een script, kunt u dit achter openen en bewerken met elke Studio-applicatie. Dit is omdat de applicaties converteren tussen JSON en XML bij het openen, maar niet bij het exporteren of importeren.

Scripts openen automatisch in een afzonderlijk browsertabblad nadat ze zijn geïmporteerd. Ze moeten echter opgeslagen worden of het bestand wordt niet bewaard in CXone Studio.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Klik bovenaan op de pagina Scripts op Script laden.
  3. Voeg het script toe aan het venster dat verschijnt. U kunt het script slepen van uw bureaublad of op de koppeling Bladeren naar bestanden klikken om een JSON-scriptbestand te kiezen.
  4. Klik op Openen. Het script wordt op een nieuw tabblad geopend.
  5. Klik in het tabblad Scripts op Maken. Hiermee kunt u het script opslaan. Als u het niet opslaat, wordt het bestand niet opgeslagen naar CXone Studio
  6. Voer een Naam in als u de bestaande naam van het script wilt wijzigen.
  7. Selecteer de Locatie waar u het script wilt opslaan.
  8. Klik op Maken.

Een script exporteren

Als u een script exporteert, wordt een kopie van het script opgeslagen in een bestand op uw computer. U kunt dit doen door back-ups van belangrijke scripts te maken of om scripts via e-mail te verzenden naar andere Studio-gebruikers. Wanneer u bijvoorbeeld werkt met technische ondersteuning van NICE CXone, moet u mogelijk verzenden in een scriptbestand. Als uw organisatie meer dan één CXone bedrijfseenheidGesloten Een organisatorische eenheid die wordt gebruikt om technische ondersteuning, facturering en globale instellingen voor uw CXone-omgeving te beheren, moet u mogelijk scripts onderling verplaatsen. U kunt dit doen door te exporteren van de ene bedrijfseenheid en het importeren in een andere.

In CXone Studio zijn scripts in JSON. Desktop Studio-scripts zijn in XML. Dit betekent dat geëxporteerde scripts alleen kunnen worden geïmporteerd in de applicatie van waar ze werden geëxporteerd. Na het importeren van een script, kunt u dit achter openen en bewerken met elke Studio-applicatie. Dit is omdat de applicaties converteren tussen JSON en XML bij het openen, maar niet bij het exporteren of importeren.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Zoek op de pagina Scripts naar het script dat u wilt exporteren.
  3. Klik op Opties drie puntjes op een rij. in de rij van het script en selecteer  Exporteren in het menu.
  4. Kies in het venster Opslaan als, waar u het script wilt opslaan op uw computer en klik op Opslaan.
  5. Alternatief kunt u: 
    1. Open een script.
    2. Klik op de scriptnaam in de werkbalk bovenaan in de canvaswerkruimte en selecteer Exporteren.
    3. Kies in het venster Opslaan als, waar u het script wilt opslaan op uw computer en klik op Opslaan.

Een actie aan een script toevoegen en configureren

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script of maak een nieuw script.
  3. Klik op Acties Een rechthoek, cirkel en driehoek die gedeeltelijk op elkaar zijn gelegd. Klik om het paneel Acties te openen. in het pictogrammenu links om het palet Acties te openen.

  4. Gebruik de zoekbalk om de gewenste actie op te zoeken. U kunt ook door de lijst met acties scrollen en categoriemappen uitvouwen of sluiten om een actie op te zoeken.
  5. Klik op een actie en sleep deze naar het canvas.
  6. Klik op de actie op het canvas om de bijbehorende eigenschappen te bekijken. Eigenschappen van acties worden in de sectie Eigenschappen rechts op het canvas weergegeven.

  7. Stel de eigenschappen van de actie in. Elke actie heeft een aantal eigenschappen.
  8. Als u een actie uit uw script wilt verwijderen, selecteert u de actie op het canvas en drukt u vervolgens op de DELETE op het toetsenbord.
  9. Sla het script op.

Acties met elkaar verbinden

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

Door actie met elkaar te verbinden, ontstaat de flow van uw script. Acties hebben op alle vier zijden verbindingspunten. Deze worden al lege rondjes weergegeven Een wit rondje met een blauwe rand. totdat u de cursor over een rondje beweegt. Dan verandert het in een blauw rondje met een pijl Een blauwe cirkel met een witte pijl die naar beneden wijst. Klik om een connector naar een andere actie te slepen..

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script of maak een nieuw script.
  3. Voeg twee acties toe aan de canvaswerkruimte.
  4. Beweeg de cursor over de eerste actie om de lege verbindingspunten Een wit rondje met een blauwe rand. weer te geven. Er wordt een grijze connectorlijn weergegeven die toont waar de standaardverbinding wordt gemaakt.
  5. Een standaardverbinding maken:
    1. Beweeg de cursor over een verbindingspunt tot deze verandert naar de blauwe connectorcirkel Een blauwe cirkel met een witte pijl die naar beneden wijst. Klik om een connector naar een andere actie te slepen..
    2. Klik op de blauwe connectorcirkel. De standaardverbinding is gemaakt. Hiervoor geldt de standaardvoorwaarde.

    3. Om de voorwaarde te wijzigen, klikt u op Voorwaarde Een rondje met twee horizontale lijnen. Een lijn heeft een vinkje en de andere een X ernaast. en selecteert u de nieuwe voorwaarde.

  6. Een verbinding maken en een voorwaarde kiezen:
    1. Klik en houd het blauwe verbindingspictogram vast Een blauwe cirkel met een witte pijl die naar beneden wijst. Klik om een connector naar een andere actie te slepen. en sleep de connector naar het verbindingspunt Een wit rondje met een blauwe rand. op de actie waarmee u deze wilt verbinden.
    2. Zet de connector neer op een verbindingspunt van de tweede actie. Het venster Voorwaarde kiezen wordt geopend.

    3. Selecteer de voorwaarde voor deze vertakking in het menu Voorwaarde kiezen dat wordt weergegeven.

      De lijst met voorwaarden is onderdeel van de actie waaruit u een verbinding maakt. In de voorbeeldafbeelding in de voorgaande stap, wordt Menu verbonden met Play, zodat de voorwaarden die verschijnen nadat de verbinding is gemaakt, horen bij Menu.

  7. Als u vanuit één actie meerdere vertakkingen wilt maken, voegt u de extra acties toe aan het script en herhaalt u de stappen om deze acties te verbinden.
  8. Om een actie te verplaatsen op het canvas, klikt u erop en sleept u deze naar een nieuwe locatie. De connector blijft aan de actie vastzitten en de lijn naar de verbonden actie wordt automatisch aangepast.

    U kunt het pad van een connector niet wijzigen. Als het u niet bevalt hoe de connector eruitziet na het verplaatsen van een actie, kunt u de connector verwijderen en deze opnieuw toevoegen met andere connectorpunten.

  9. Als u een connector wilt verwijderen, klikt u op de verbindingslijn en dan op Verwijderen Een prullenbak. in het pop-upmenu. U kunt ook op het toetsenbord op Delete drukken.
  10. Sla het script op.

Acties toevoegen via het menu Actie kiezen

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

In plaats van een bestaande actie in uw script te verbinden, kunt u het menu Actie kiezen gebruiken om een actie toe te voegen en deze te verbinden in één stap. Dit menu wordt weergegeven wanneer u een connector weg van een actie sleept en deze dan loslaat zonder de actie aan een andere actie vast te maken. .

Het menu Actie kiezen bevat ook de lijst Top voorgesteld. Dit is een selectie van de vaakst gebruikte acties. Studio vult deze lijst automatisch. U kunt op optie in de lijst klikken om deze toe te voegen en ermee te verbinden.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script.
  3. Voeg de actie waarmee u wilt werken toe aan de canvaswerkruimte als de actie daar nog niet staat.
  4. Klik op en sleep het verbindingspictogram van de actie Een blauwe cirkel met een witte pijl die naar beneden wijst. Klik om een connector naar een andere actie te slepen. weg van de actie en laat het los om het menu Actie kiezen weer te geven.
  5. Een actie zoeken:

    1. Voer in het veld Acties zoeken de naam of een deel van de naam van de actie die u wilt toevoegen in.
    2. Klik op de gewenste actie in de zoekresultaten in het menu Actie kiezen.
  6. Om een actie in de lijst Top voorgesteld te gebruiken, klikt u op de actie die u wilt toevoegen.
  7. Indien nodig, kunt u de vertakkingsvoorwaarde wijzigen voor de connector die net is toegevoegd. Acties die zijn toegevoegd via het menu Actie kiezen, hebben de Standaard vertakkingsvoorwaarde.

Een vertakkingsvoorwaarde aanpassen

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

U kunt de voorwaarde van een vertakking aanpassen. De voorwaarde bepaalt in welke situatie het script deze vertakking moet volgen.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script.
  3. Klik om de connector waarvan u de voorwaarde wilt wijzigen, te selecteren. Als het niet lukt om de connectorlijn te selecteren, sleept u een van de verbonden acties verder weg. Connectors kunnen niet worden geselecteerd als de acties te dicht bij elkaar staan.

  4. Klik in het menu dat wordt weergegeven op Voorwaarde .

  5. Selecteer in het menu Voorwaarde kiezen een nieuwe voorwaarde.

  6. Een aangepaste voorwaarde kiezen:

    1. Scroll omlaag in de lijst met voorwaarden in het menu Voorwaarde kiezen naar het gedeelte Aangepaste voorwaarden. Deze sectie verschijnt alleen wanneer aangepaste voorwaarden werden toegevoegd aan de geselecteerde actie. Niet alle acties ondersteunen aangepaste voorwaarden.

    2. Klik op de aangepaste voorwaarde die u wilt toewijzen aan deze vertakking. Voorwaarden in de sectie Aangepaste voorwaarden, zijn momenteel toegewezen aan andere vertakkingen. Als u erop klikt, wordt de voorwaarde opnieuw toegewezen aan de huidige vertakking en verwijderd van zijn vorige locatie.

Een aangepaste voorwaarde maken

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > Maken/bewerken

Door middel van aangepaste voorwaarden kunt u bepalen welke vertakking een script moet volgen. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer u IVRGesloten Interactive Voice Response: een telefoonmenu waarmee bellers via telefoontoetsen en/of gesproken opdrachten keuzes kunnen maken en/of informatie kunnen invoeren.-menu's maakt. U kunt voor elke menuoptie een vertakking maken en de betreffende voorwaarde instellen op het DTMFGesloten Toetstonen die worden gegenereerd wanneer iemand op een toets van de telefoon drukt of tikt.-nummer dat de beller moet intoetsen om die optie te selecteren.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script.
  3. Voeg een actie toe die aangepaste voorwaarden ondersteunt, zoals Menu.
  4. Voeg een tweede actie toe aan uw script. U kunt bijvoorbeeld een actie toevoegen, zoals Play of Reqagent om een IVRGesloten Interactive Voice Response: een telefoonmenu waarmee bellers via telefoontoetsen en/of gesproken opdrachten keuzes kunnen maken en/of informatie kunnen invoeren.-menu te maken met Menu.
  5. Verbind de twee acties en klik op Aangepaste voorwaarde toevoegen in het menu Voorwaarde kiezen.

  6. Voer een naam in het veld Voer naam voor voorwaarde in in. Voor een IVR-menu voert u bijvoorbeeld het toetsnummer in waarop de klant moet drukken om die vertakking te volgen, zoals 1 of 2.

  7. Klik op Bevestigen Een vinkje.. De naam van de voorwaarde wordt in een ovaal op de connectorlijn op de canvaswerkruimte weergegeven.

Een script aanpassen

Vereiste machtigingen: Studio-scripts > maken/bewerken

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script.
  3. Wijzig de acties in uw script. Naast het toevoegen of verwijderen van acties, kunt u:
    • Acties knippen, kopiëren en plakken. U kunt sneltoetsen gebruiken of u kunt met de rechtermuisknop op een actie of een groep acties klikken en de optie selecteren die u wilt uitvoeren. Sneltoetsen zijn: Ctrl + C om te kopiëren, Ctrl + X om te knippen, Ctrl + V om te plakken, en Delete.
    • U kunt meerdere acties selecteren door op het canvas te klikken en de selectierechthoek te verslepen zodat de gewenste acties binnen de rechthoek vallen. Klik op een van de acties in de selectierechthoek om de groep te verslepen en op het canvas te plaatsen.
    • Update de eigenschappen van een actie of de vertakkingsvoorwaarde.
  4. Om de gewijzigde versie van het script op te slaan onder een andere naam, klikt u aan de bovenzijde van de canvaswerkruimte op de scriptnaam en selecteert u Dupliceren. Als u dat wenst, kunt u de oude versie deactiveren.
  5. Wanneer u de wijzigingen wilt opslaan in hetzelfde scriptbestand, klikt u op Opslaan.

Acties in een script zoeken

Vereiste machtigingen: Studio-scripts weergeven, maken/bewerken

In een geopend script kunt u een lijst met acties bekijken. In de lijst kunt u naar een bepaalde actie zoeken of acties sorteren.

Deze lijst toont u de acties die op dat moment in het geopende script aanwezig zijn. De nummers rechts van de actienamen zijn actie-ID's. Actie-ID's worden toegewezen in de volgorde waarin de acties aan het script worden toegevoegd. Wanneer u een actie verwijdert en deze vervolgens weer aan het script toevoegt, wordt aan de actie een nieuwe actie-ID toegewezen.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script.
  3. Klik op de canvaswerkruimte om er zeker van te zijn dat er geen acties zijn geselecteerd.
  4. In de lijst van acties aan de rechterzijde van het canvas:
    • De naam of een gedeelte van de naam van een actie invoeren in het veld Canvas zoeken.... Terwijl u typt, wordt de lijst met acties steeds kleiner en worden alleen acties weergegeven die overeenkomen met de zoekterm.
    • Sorteer de actielijst door op Sorteren op Een lijst met lijnen met een pijl omlaag en het woord ID ernaast. te klikken en de optie te selecteren voor de manier waarop u de lijst van acties wilt sorteren.

  5. Klik op de actie in de lijst met acties rechts op de pagina.

    Het script markeert de geselecteerde actie op het canvas in blauw en toont de eigenschappen van de actie in plaats van de lijst met acties. Wellicht moet u uitzoomen om de gemarkeerde actie te kunnen zien. Het script wordt niet uitgelijnd met de geselecteerde actie.

Het bijschrift van een actie toevoegen of wijzigen

U kunt bijschriften toevoegen aan acties op het scriptcanvas. Hierdoor kunt u documentatie toevoegen aan uw script. U zou bijvoorbeeld informatie kunnen opnemen over de actie en de functie die deze vervult in het script.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script of maak een nieuw script.
  3. Voeg een actie toe aan het script.
  4. Klik op de actienaam en selecteer Bijschrift toevoegenPictogram van een vierkant met een T en een +. .
  5. Voer tekst in het veld Bijschrift toevoegen in onder de actie op het canvas.
  6. Druk op Enter of klik weg van de actie om de bewerkingsmodus af te sluiten.
  7. Om een bestaand bijschrift te bewerken, dubbelklikt u op het bijschriftveld om naar de bewerkingsmodus te gaan. U kunt ook op de actienaam klikken en Bijschrift Bewerken Pictogram van een vierkant met een T en een +. selecteren.
  8. Om een bijschrift te verwijderen, dubbelklikt u op het bijschriftveld en verwijdert u de tekst ervan. Druk vervolgens op Enter.
  9. Sla het script op.

Een opmerking of annotatie toevoegen aan een script

In Studio zijn er twee acties die u kunt gebruiken om documentatie toe te voegen aan uw script: Annotation en  Note. Annotation biedt u de mogelijkheid om tekst toe te voegen die zichtbaar is op het scriptcanvas. De tekst in een Note-actie kan alleen worden gezien als u de eigenschappen van de actie weergeeft. U hoeft geen enkele actie te verbinden met andere acties in uw script.

Wanneer u eerst een NOTE-actie toevoegt aan uw script, verschijnt die als een kleine tekstballon, effen zwart gevuld:  Nadat u er tekst aan hebt toegevoegd, verandert het uiterlijk naar een kleine tekstballon met blauwe vulling en enkele horizontale lijnen die tekst voorstellen: Een tekstballon, effen blauw gevuld en met enkele horizontale lijnen..

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOmnichannel routeringStudio Drie pijlen samengevoegd onderaan. Eén pijl wijst recht omhoog, één omhoog en naar rechts, één omhoog en naar links..
  2. Open een script of maak een nieuw script.
  3. Om een opmerking toe te voegen aan het script: 
    1. Klik op Acties Een rechthoek, cirkel en driehoek die gedeeltelijk op elkaar zijn gelegd. Klik om het paneel Acties te openen. in het pictogrammenu links om het palet Acties te openen.
    2. Zoek de opmerking en sleep de NOTE-actie naar het canvas.
    3. Klik om de NOTE-actie te selecteren en voer dan uw bericht in het veld Opmerkingen in onder de eigenschappen van de actie.
  4. Om een annotatie toe te voegen aan het script, kunt u elk van het volgende doen:

    • Klik met de rechtermuisknop op het scriptcanvas en klik op Tekst. De cursor verandert in een kruis en u kunt een rechthoek tekenen op het canvas. Wanneer u de cursor vrijgeeft, is de focus op de ANNOTATION-actierechthoek zodat u onmiddellijk kunt beginnen typen zonder extra klikken.
    • Druk op T op uw toetsenbord om de cursor te wijzigen zodat u een ANNOTATION kunt tekenen op het scriptcanvas.
    • Klik in het pictogrammenu links op TekstEen opgemaakte hoofdletter T.. De cursor verandert in een kruis en u kunt een actie tekenen op het scriptcanvas.
    • Klik op ActiesEen vierkant, driehoek en een cirkel in lagen die elkaar overlappen geplaatst. in het pictogrammenu links, zoek annotatie en sleept het naar het canvas.
  5. Om een opmerking te bewerken, selecteert u de actie en wijzigt u de tekst in het veld Opmerkingen.
  6. Om een annotatie te bewerken, dubbelklikt u op de ANNOTATION-actie op het canvas en brengt u de wijzigingen aan.
  7. Sla het script op.