Omilia integreren

Deze helppagina biedt informatie over virtuele agents voor Omilia. CXone ondersteunt ook Omilia Voice Biometrics, een agentassistentie-applicatie die biometrische authenticatie in de vorm van spraakherkenning biedt.

Als u een spraakgebaseerde Omilia virtuele agent instelt, neem dan contact op met uw CXone-accountmanager. De informatie op deze pagina is alleen voor het instellen van tekstgebaseerde virtuele agents.

Voordat u de taken op deze pagina uitvoert, moet u zeker weten dat aan de vereisten voor de integratie is voldaan.

Een script aanmaken

Vereiste machtigingen: Studioscript weergeven, maken/bewerken

U hebt ten minste één Studio-script nodig om interacties naar uw virtuele agent te routeren. Volg de scriptrichtlijnen en -vereisten. De ondersteunde virtuele-agentactie voor deze provider si Textbot Exchange en uw script moet beschikken over het digitale mediatypeGesloten Een kanaal zoals spraak, e-mail of chat, waarmee een klant communiceert met een beoogde ontvanger..

Als u een SIPGesloten Een protocol voor het signaleren en besturen van multimedia-communicatiesessies zoals telefoon- en videogesprekken.-backchannelverbinding gebruikt voor uw virtuele agent, neem dan contact op met uw CXone-accountmanager voor hulp met de integratie.

Raadpleeg de secties Basiselementen en Technische referentiegids in de online Help voor meer informatie over Studio-scripts.

Als uw virtuele agent klaar is voor productie, wijs dan het script toe aan één of meer contactpunten.

Een app toevoegen aan Virtuele Agent Hub

Vereiste machtigingen: Automatisering & AI > Automatisering & AI starten Studioscript weergeven, maken/bewerken

Door een configuratie-app toe te voegen aan Virtuele Agent Hub kunt verbinding maken tussen CXone en uw virtuele-agentprovider.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOverige > Automatisering & AI en klik daarna op Virtuele Agent Hub. U kunt ook dubbelklikken op de virtuele-agentactie die u in uw Studio-script gebruikt om Virtuele Agent Hub te starten.
  2. Klik op Bot toevoegen.

  3. Voer een Naam voor virtuele agent (bot) in en klik op Omilia in de lijst met virtuele-agentproviders.

  4. Klik op Volgende.

  5. Vul de velden in het configuratieformulier in en klik op Volgende. Details over dit formulier vindt u in de sectie Details configuratiepagina op deze pagina.

  6. Klik op Volgende.

  7. Als u een tekstgebaseerde virtuele agent configureert, selecteer dan Alleen tekstgebaseerd (geen spraakondersteuning) op de pagina Spraak. Neem contact op met uw CXone-accountmanager als u een spraakgebaseerde virtuele agent aan het configureren bent.

  8. Klik op Volgende.

  9. Ga naar de pagina Transcriptie en stel in of u de transcriptie van het gesprek en de intentiegegevens wilt vastleggen. Deze optie is alleen beschikbaar voor tekstgebaseerde virtuele agents. Spraakintegraties die gebruikmaken van een SIPGesloten Een protocol voor het signaleren en besturen van multimedia-communicatiesessies zoals telefoon- en videogesprekken.-backchannelverbinding worden niet ondersteund.

    Optie Details
    Geen transcriptie- of intentiegegevens vastleggen of archiveren Selecteer deze optie als u geen conversatietranscriptie of intentie-Gesloten De betekenis of de bedoeling van wat een klant zegt of typt; datgene wat de klant wil communiceren of bereiken.informatie wilt vastleggen.
    Alleen intentie-informatie vastleggen en archiveren

    Selecteer deze optie als u alleen intentie-informatie wilt vastleggen. Vastgelegde data worden standaard alleen opgeslagen voor de duur van de interactie.

    Deze optie vereist aangepaste scripts.
    Vastleggen en archiveren van transcriptie- en intentie-informatie

    Selecteer deze optie als u zowel transcriptie- als intentie-informatie wilt vastleggen. Vastgelegde data worden standaard alleen opgeslagen voor de duur van de interactie.

    Deze optie vereist aangepaste scripts.

  10. Klik op Volgende.

  11. Op de pagina Testen en toevoegen kunt u de verbinding van de bot testen door audio- of tekstprompts te sturen. Als uw testberichten niet werken, klikt u op Terug om terug te keren naar de configuratiepagina en de instellingen te controleren. Mogelijk moet u ook de configuratie in de beheerconsole van uw virtuele-agentprovider controleren.

  12. Klik op Toevoegen.

Configuratiepagina voor Omilia

Gebruik de informatie in de volgende tabel bij het voltooien van de Configuratiepagina. U ziet deze pagina wanneer u een app toevoegt in Virtuele Agent Hub

Veld

Details
Integratieversie

Selecteer de versie van de Virtuele Agent Hub die u wilt gebruiken. Met deze optie kunt u een eerdere versie van Virtuele Agent Hub gebruiken totdat u klaar bent om over te schakelen naar een nieuw uitgebrachte versie. De beschikbare versies zijn:

  • Versie 1.0.0: Dit is de eerste versie van Virtuele Agent Hub.
  • Versie 2.0.0: Deze versie is niet beschikbaar voor deze provider.
  • Versie 3.0.0: deze versie introduceerde StandardBot, die standaardiseert hoe CXone communiceert met virtuele-agentproviders. Deze versie is beschikbaar voor alle providers.
API-sleutel Plak uw API-sleutel voor Omilia. Deze informatie kunt u terugvinden in uw Omilia Cloud Platform-console onder miniApps. Dit is een verplicht veld.
Basis-URL Omilia Voer de basis-URL in voor uw Omilia virtuele agent. Deze informatie kunt u terugvinden in uw Omilia Cloud Platform-console onder miniApps. Dit is een verplicht veld.
Timeout-intentie Voer de naam in van de intentie die uw Omilia virtuele agent moet gebruiken wanneer er een time-out plaatsvindt. Dit veld is optioneel.
Terugvalintentie Voer de naam in van de intentie die uw Omilia virtuele agent moet gebruiken als standaardintentie. Dit wordt gebruikt wanneer de virtuele agent de input van het contact niet herkent. Dit veld is optioneel.
Timeout externe provider

Voer het aantal seconden in dat het script moet wachten op een reactie uit  Omilia. Wanneer de time-out wordt bereikt, neemt het script weer controle over en volgt de foutvertakking.

De Omilia-app aan een actie toewijzen

Vereiste machtigingen: Studioscript weergeven, maken/bewerken

Wanneer de virtuele-agentappGesloten De betekenis of de bedoeling van wat een klant zegt of typt; datgene wat de klant wil communiceren of bereiken. ingesteld en geconfigureerd is in Virtuele Agent Hub, moet u deze toewijzen aan de virtuele-agentacties in uw script. Dit verbindt de actie en het script met uw virtuele-agentprovider.

  1. Open in Studio het script dat u wilt bewerken.

  2. Als u dit nog niet hebt gedaan, klikt u op het tabblad Tools, vouwt u de categorie Automatisering en AI uit en voegt u de virtuele agent-actie toe die u wilt gebruiken. Let erop dat u de actie op de juiste plek in uw script zet. Als u de gewenste actie niet ziet, controleert u of het scriptmediatype klopt. Als u bijvoorbeeld een script maakt voor een spraakgebaseerde virtuele agent, moet ook het telefoonscript gebruiken.

  3. Dubbelklik op de actie om Virtuele Agent Hub te openen.

    De CXone Virtual Agent Hub-hoofdpagina bevat aan de linkerkant een actuele lijst met bots. Naast elke botnaam staan een verwijderingspictogram en een vinkje.
  4. Zoek in de linkerkolom de virtuele agent die u wilt toewijzen aan de actie en klik op het vinkje Pictogram van een cirkel met een vinkje. dat ernaast staat.
  5. Klik op Sluiten.

De virtuele agentbot testen

Vereiste machtigingen: Automatisering & AI > Automatisering & AI starten Studioscript weergeven, maken/bewerken

U kunt veel aspecten van uw virtuele agent testen om er zeker van te zijn dat alles werkt zoals bedoeld. U kunt tests uitvoeren vanaf de pagina Eigenschappen van de virtuele-agentapp in Virtuele Agent Hub. Bij het testen kunt u:

  • Controleer of de virtuele-agentapp correct is geconfigureerd om te communiceren met de virtuele-agentprovider.
  • Aangepaste payload-JSON toevoegen om de afhandeling van aangepaste payloadgegevens door de virtuele agent te testen.
  • Een welkomstintentiegebeurtenis triggeren om te testen hoe de virtuele agent een conversatie begint.
  • Een aangepaste intentiegebeurtenis triggeren om alle aangepaste gebeurtenissen die u voor uw virtuele agent hebt gemaakt te testen.
  • Een timeoutgebeurtenis triggeren om te testen hoe de virtuele agent reageert wanneer het contact een timeout krijgt.
  • Testen hoe de virtuele agent DTMFGesloten Toetstonen die worden gegenereerd wanneer iemand op een toets van de telefoon drukt of tikt.-toetstonen verwerkt.

De volgende afbeelding toont een voorbeeld van de pagina Eigenschappen voor een virtuele-agentapp in Virtuele Agent Hub. Het toont de tabbladen Configuratie en Spraak en het paneel Test.

De eigenschappenpagina voor een bot in CXone Virtual Agent Hub met het testvenster aan de rechterkant.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerOverige > Automatisering & AI en klik daarna op Virtuele Agent Hub. U kunt ook dubbelklikken op de virtuele-agentactie die u in uw Studio-script gebruikt om Virtuele Agent Hub te starten.
  2. Klik hier om de configuratie-app voor de virtuele agent die u wilt testen te selecteren in de lijst aan de linkerkant.

  3. Typ in het Test-paneel een testbericht in het veld Typ een bericht en druk op Enter om dit te verzenden. U kunt ook op het microfoonpictogram Een pictogram in de vorm van een microfoon. klikken en in de microfoon van uw computer spreken.

  4. Klik op Starten met welkomstintentie om een testgesprek vanaf het begin te starten. De virtuele agent stuurt een respons met het standaard welkomstbericht. U kunt testberichten invoeren.

  5. Klik op Meer opties Een pictogram met drie punten boven elkaar. om andere aspecten van uw virtuele agent te testen.

    Veld Details
    Aangepaste payload-JSON toevoegen

    Selecteer deze optie om het verzenden van aangepaste payload-JSON naar uw virtuele agent te testen.

    Voer de aangepaste payload in bij het tekstvak Aangepaste payload-JSON toevoegen op de pagina Testen en toevoegen. Druk na elke regel op Enter.

    Stuur een testbericht wanneer u klaar bent om de aangepaste payload te testen. Wanneer u klaar bent met het testen van aangepaste payloads, klikt u op Sluiten in het paneel Aangepaste payload-JSON toevoegen.
    Trigger Welcome Intent Event Selecteer deze optie om de standaard welkomstintentieGesloten De betekenis of de bedoeling van wat een klant zegt of typt; datgene wat de klant wil communiceren of bereiken. te testen. De virtuele agent verstuurt het welkomstbericht. Voer een bericht in als reactie.
    Aangepaste intentie-gebeurtenis activeren Selecteer deze optie om een aangepaste intentie-gebeurtenis te testen. Typ de Gebeurtenisnaam in het popup-venster en klik op Trigger. De virtuele agent stuurt het bericht voor de intentie die u hebt ingevoerd. Verzend een reactie om de intentie te testen.
    Trigger Timeout Event Selecteer deze optie om de standaard timeout-intentie te bekijken. De virtuele agent stuurt het geconfigureerde time-outantwoordbericht.
    DTMF-invoer Selecteer deze optie om te testen hoe uw spraakgebaseerde virtuele agent reageert op DTMFGesloten Toetstonen die worden gegenereerd wanneer iemand op een toets van de telefoon drukt of tikt.-toetstonen. Voer DTMF-tekens in en klik op Invoerwaarde om de reactie van de virtuele agent op die tekens te zien.
  6. Klik op Resetten om de test opnieuw te starten.

  7. Als u wijzigingen wilt aanbrengen op basis van de resultaten van uw tests, kunt u het volgende doen:

    • De Studio-scripts voor de virtuele agent aanpassen.
    • De configuratie-instellingen van de virtuele-agentapp aanpassen in Virtuele Agent Hub.
    • De configuratie-instellingen van de virtuele agent aanpassen in de console van de provider. Klik op de grote vierkante knop op de pagina Eigenschappen van de app in Virtuele Agent Hub. Het voorbeeld aan het begin van deze sectie toont de Google Dialogflow CX-app met de knop van de provider. Het pictogram Een pictogram met een vierkant en een pijl bovenop. De pijl wijst vanuit het midden naar rechtsboven. geeft aan dat de link een externe site opent.
  8. Test de virtuele agent grondig na elke wijziging in uw scripts of configuratie-instellingen.
  9. Wanneer u klaar bent met testen, klikt u op Sluiten.