Scripts configureren

Met scriptintegraties kunt u aangepaste botacties maken voor gebruik in botresponsen in story's, regels en fallback. Voor aangepaste acties moet u code schrijven in JavaScript. Omdat Bot Builder-scripts op de server werken, zijn er enkele beperkingen waarmee u rekening moet houden bij het bouwen van uw scripts.

Een Scriptintegratie maken

Een scriptintegratie bevat een of meer aangepaste botacties. Elke botactie bevat haar eigen script.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerBot Builder.

  2. Klik op de bot waarmee u wilt werken.
  3. Klik in het linkermenu op Integraties Pictogram van een stekker..
  4. Ga naar het tabblad Scripts en klik vervolgens op Nieuwe integratie.
  5. Klik op de titel om de naam van de integratie te wijzigen.
  6. Als ze nodig zijn, maak dan scriptvariabelen voor gebruik in deze integratie.
  7. Voeg één of meer aangepaste botacties toe aan de integratie. Dit is waar u uw scripts maakt. Deze acties kunnen verwijzen naar scriptvariabelen, indien nodig.
  8. Klik zodra u klaar bent met wijzigingen doorvoeren op Trainen en inwerken om uw botmodelGesloten Een versie van een bot die is getraind en klaargezet in Stage. bij te werken.

Een Aangepaste botactie maken

Aangepaste botacties kunnen toegevoegd worden aan botresponsen in story's, regels en fallback.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerBot Builder.

  2. Klik op de bot waarmee u wilt werken.
  3. Klik in het linkermenu op Integraties Pictogram van een stekker..
  4. Klik op het tabblad Scripts op de scriptintegratie waarmee u wilt werken.
  5. Ga naar Acties en klik op Nieuwe actie.
  6. Voer een naam in voor de actie en druk op Enter.
  7. Klik op de nieuwe actie om haar eigenschappen te openen.
  8. Klik op Editor openen om uw aangepaste JavaScript te coderen:
    1. Vervang in de editor de standaardcode 'Hallo wereld', maar zorg er wel voor dat alle nieuwe code binnen de hoofdfunctie blijft. Indien nodig kunt u ook andere functies definiëren binnen de main-functie. Code buiten de hoofdfunctie wordt niet uitgevoerd.
    2. Neem scriptvariabelen op in uw code indien nodig. Als u dit nog niet had gedaan, maak dan de variabelen aan.
    3. Klik op de driehoek om het script uit te voerenEen driehoekige pijl die naar rechts wijst. in de toolbalk boven in de editor om de outputresultaten van het script weer te geven. De resultaten verschijnen in het Console-paneel aan de rechterzijde van de editor.
  9. Klik op het open punthaakje Een open punthaakje <. linksboven in de editor om terug te keren naar de scriptintegratiepagina waar de actielijsten en variabelen zijn.
  10. Klik op de actie waarmee u werkt.
  11. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bewerkbare variabelen de scriptvariabelen waar u naar verwijst in uw code.
  12. Schakel uw actie in wanneer die klaar is om getest te worden in een storyGesloten Story's worden gebruikt om een bot te trainen voor interactieafhandeling op basis van intentie en context., regelGesloten Regels bepalen de reactie van een bot op berichten die niet veranderen met de context. of fallbackGesloten Deze sites zijn voor de ontwikkeling en ondersteuning van CXone, niet voor het gebruik. Het blokkeren hiervan, kan de toegang tot de help en downloadkoppelingen binnen het platform verhinderen..
  13. Voeg uw actie toe aan een story, regel of fallback.
  14. Klik zodra u klaar bent met wijzigingen doorvoeren op Trainen en inwerken om uw botmodelGesloten Een versie van een bot die is getraind en klaargezet in Stage. bij te werken.

Scriptvariabelen maken

De variabelen die u maakt kunnen alleen gebruikt worden in de scriptintegratie waarin u ze maakt. Ze kunnen niet gebruikt worden in andere scriptintegraties, zelf niet in dezelfde bot.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerBot Builder.

  2. Klik op de bot waarmee u wilt werken.
  3. Klik in het linkermenu op Integraties Pictogram van een stekker..
  4. Klik op het tabblad Scripts op de scriptintegratie waarmee u wilt werken.
  5. Klik onder Variabelen op Nieuwe Actie.
  6. Voer een naam in en druk op Enter.
  7. Klik op de variabele in de lijst om zijn eigenschappen te openen.
  8. Op deze manier maakt u een variabele met enkele waarde die bewerkbaar gemaakt kan worden in een botactie: 
    1. Klik op Tekst of Nummer.
    2. Voer de Standaardwaarde voor deze variabele in. Als u niet wilt dat een variabele over een standaardwaarde beschikt, laat dit veld dan leeg. U kunt de variabelewaarde bijwerken als het gebruikt wordt in een botactie.
    3. Voer alleen voor nummervariabelen een Minimumwaarde en een Maximumwaarde in om een boven- en ondergrens in te stellen voor de waarden die de variabele kan bevatten.
  9. Op deze manier maakt u een alleen-lezen-variabele met enkele waarde:
    1. Klik op Geheim.
    2. Voer de Waarde in. Bot Builder verbergt alle tekens na de vijfde in de waardereeks die u invoert. De waarde is volledig zichtbaar als u de inhoud van een variabele weergeeft in de console.
  10. Op deze manier maakt u een lijst met mogelijke waarden voor deze variabele:
    1. Klik op Selecteren.
    2. Voer de mogelijke Waarden voor de variabele in, gescheiden door een komma ( , ). Bijvoorbeeld: rood,blauw,groen.
    3. Klik op Standaardwaarde en selecteer de waarde die u als standaard wilt gebruiken.
    4. Als u de standaardwaarde wilt verwijderen, sleep dan de cursor over het veld en klik op X.
  11. Gebruik uw variabele in een aangepast botactiescript.
  12. Klik zodra u klaar bent met wijzigingen doorvoeren op Trainen en inwerken om uw botmodelGesloten Een versie van een bot die is getraind en klaargezet in Stage. bij te werken.

Variabelen bewerkbaar maken

U kunt een variabele bewerkbaar maken in een aangepaste botactie als u een waarde wilt kunnen specificeren of selecteren voor die variabele wanneer u die actie gebruikt in een botrespons. Als u een variabele in meer dan één scriptactie gebruikt, dan moet u dit bewerkbaar maken in elke actie. Daarbij moet er naar de variabele verwezen worden in een script, voordat u deze variabele bewerkbaar kunt maken in dat script.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerBot Builder.

  2. Klik op de bot waarmee u wilt werken.
  3. Klik in het linkermenu op Integraties Pictogram van een stekker..
  4. Klik op het tabblad Scripts op de scriptintegratie waarmee u wilt werken.
  5. Klik onder Acties op een actie op de pagina scriptintegraties om diens eigenschappen te openen.
  6. Selecteer één of meer variabelen in de vervolgkeuzelijst Bewerkbare variabelen. Geheime variabelen verschijnen niet in deze lijst. Ze kunnen niet bewerkbaar gemaakt worden. Wijzigingen worden automatisch opgeslagen.
  7. Specificeer de waarde van de variabele wanneer u de geselecteerde aangepaste actie gebruikt in een story, regel of fallback.
  8. Klik zodra u klaar bent met wijzigingen doorvoeren op Trainen en inwerken om uw botmodelGesloten Een versie van een bot die is getraind en klaargezet in Stage. bij te werken.

Een botactie inschakelen

Wanneer een botactie klaar voor gebruik is in een botrespons, dan moet u deze eerst inschakelen. Acties die niet ingeschakeld zijn, verschijnen niet in de lijst met botacties wanneer u werkt aan een story, regel of fallback.

  1. Klik in CXone op de app-kiezer en selecteerBot Builder.

  2. Klik op de bot waarmee u wilt werken.
  3. Klik in het linkermenu op Integraties Pictogram van een stekker..
  4. Klik op het tabblad Scripts op de scriptintegratie waarmee u wilt werken.
  5. Klik onder Acties op een actie op de pagina scriptintegraties om diens eigenschappen te openen.
  6. Klik op Uitgeschakeld Pictogram van een optieschakelaar. om de actie in te schakelen. Klik er nogmaals op om de actie weer uit te schakelen en uit de lijst met botacties te verwijderen.