Aangepaste velden beheren

Met aangepaste velden kunt gegevens verzamelen van uw contacten. De gegevens kunnen betrekking hebben op hen of op het probleem waarmee ze te maken hebben. U kunt bijvoorbeeld een aangepast veld hebben om het e-mailadres van een contact op te halen, en een apart aangepast veld met de reden waarom hij/zij zich tot u wendt. Aangepaste velden kunnen deze informatie aan agents tonen terwijl ze aan de case werken. Hierdoor kunnen agents bepalen hoe ze contacten het beste kunnen helpen.

U kunt aangepaste velden voor klantkaarten of voor cases maken.

Aangepaste velden voor Klantenkaarten maken

De informatie die wordt verzameld met aangepaste velden, verschijnt op de klantkaart. Ook de informatie die wordt verzameld tijdens de afhandeling van cases wordt gekoppeld aan de klantkaart. Dit betekent dat wanneer een nieuwe case voor hetzelfde contact wordt geopend, agents alle bestaande informatie over dit contact kunnen zien in de klantkaart. Op deze manier kunnen agents een meer persoonlijke relatie opbouwen met terugkerende contacten.

U kunt aangepaste velden van klantkaarten ook op andere manieren met Studio-scripts gebruiken, met behulp van de actie CC Custom Fields.

Wanneer u een authenticatieberichtsjabloon configureert in een Apple Messages for Business-kanaal, worden deze velden weergegeven als opties voor aangepaste velden die agents naar contacten kunnen sturen.

Agents moeten weten wanneer ze aan een case voor een nieuw contact werken, zodat ze de case extra zorgvuldig kunnen afhandelen. Agents moeten een solide basis met nieuwe contacten opbouwen om een optimale ervaring te kunnen leveren. In deze context kunnen ze bijvoorbeeld speciale prijzen aanbieden of een specifieke strategie gebruiken tijdens de interactie.

Mowgli Kipling, de beheerder van het contactcenter, gebruikt speciale subwachtrijen voor de routering van deze cases. Hij maakt een aangepast veld genaamd Nieuw. Agents kunnen Waar of Onwaar selecteren in de vervolgkeuzelijst als ze vernemen dat ze met een nieuw contact te maken hebben. In de toekomst kunnen ze snel onderscheid maken tussen nieuwe en terugkerende contacten, en de afhandeling van een case dienovereenkomstig aanpassen.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
  2. Ga naar Digitaal > Aangepaste velden.

  3. Klik op Nieuw aangepast veld voor klantkaart maken.
  4. Voer een Ident in voor het veld. Dit is de interne naam die in de database wordt gebruikt. Als u van plan bent dit aangepaste veld te gebruiken in Studio, mag deze waarde geen speciale tekens bevatten, behalve koppeltekens (-) of onderstrepingstekens (_).
  5. Voer een Label in voor het veld. Dit is de externe naam die wordt weergegeven in de klantkaartgegevens.
  6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Type het gewenste veldtype: Tekst, E-mail of Vervolgkeuzelijst.

  7. U kunt de opties Is zichtbaar in rechterpaneel, Is bewerkbaar en Is zichtbaar in klantkaart in- of uitschakelen met behulp van de bijbehorende schuifregelaars.

  8. Klik op Opslaan.

Aangepaste velden voor cases maken

Aangepaste velden voor digitale cases zijn zichtbaar bij de caseGesloten De volledige conversatie met een agent via een kanaal. Een interactie kan bijvoorbeeld een telefoongesprek, een e-mailuitwisseling, een chatgesprek of een uitwisseling via social media zijn.-informatie. U kunt ook aangepaste velden maken die door agents worden gebruikt om informatie te verzamelen. Bijvoorbeeld:

  1. Klik op de app-kiezer en selecteer ACD.
  2. Ga naar Digitaal > Aangepaste velden.

  3. Klik op Nieuw aangepast veld voor case maken.
  4. Voer een Ident in voor het veld. Dit is de interne naam die in de database wordt gebruikt. Deze naam mag alleen kleine letters bevatten, zonder spaties. U kunt onderstrepingstekens (_) gebruiken in plaats van spaties.
  5. Voer een Label in voor het veld. Dit is de externe naam die wordt weergegeven bij de gegevens van de caseGesloten De volledige conversatie met een agent via een kanaal. Een interactie kan bijvoorbeeld een telefoongesprek, een e-mailuitwisseling, een chatgesprek of een uitwisseling via social media zijn. of in de pre-contact vragenlijst.
  6. Voer een Labelvertaalsleutel in voor het veld. Als deze sleutel wordt gebruikt door componenten zoals CXone Guide, die hun eigen vertaaldatabase hebben, wordt hiermee de vertaling van het label van het aangepaste veld in de gebruikersinterface opgezocht. Bij gebruik met zelfstandige chat moet de vertaling tijdens de initialisatie worden verstrekt met de JavaScript-API-opdracht setCustomTranslations.
  7. Voer Vertaalsleutel voor Aria-label in voor het veld. Als deze sleutel wordt gebruikt door componenten zoals Guide, die hun eigen vertaaldatabase hebben, wordt hiermee de vertaling opgezocht van het Aria-labelattribuut dat door schermlezers wordt gebruikt. Bij gebruik met zelfstandige chat moet de vertaling tijdens de initialisatie worden verstrekt met de JavaScript-API-opdracht setCustomTranslations.
  8. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Type een van deze opties: Tekst, E-mail, Vervolgkeuzelijst of Hiërarchisch.

  9. Configureer het attribuutAutoAanvullen. Voer alle velden in waarvoor u opties voor automatisch invullen wilt voorstellen. Misschien wilt u bijvoorbeeld dat gebruikers kunnen kiezen uit invulsuggesties voor hun naam, adres, telefoonnummer enzovoort.

  10. U kunt de aanvullende parameters voor het veld inschakelen met behulp van de wisselknoppen.

  11. Klik op Opslaan.
  12. Als u Hiërarchisch hebt geselecteerd voor het veld Type, configureert u nu de hiërarchische items:
    1. Klik op Items bewerken.
    2. Klik op Waarde voor aangepast veld maken.
    3. Sla voor het eerste item het veld Bovenliggende ID over.
    4. Voer een Waarde in die wordt getoond aan de klant op het pre-chat formulier.

    5. Voer een Label in voor het veld. Dit is de externe naam die wordt weergegeven bij de gegevens van de caseGesloten De volledige conversatie met een agent via een kanaal. Een interactie kan bijvoorbeeld een telefoongesprek, een e-mailuitwisseling, een chatgesprek of een uitwisseling via social media zijn. of in de pre-contact vragenlijst.
    6. Voer een Labelvertaalsleutel in voor het veld.
    7. Voer Vertaalsleutel voor Aria-label in voor het veld.
    8. Klik op Opslaan.
    9. Herhaal de vorige vier stappen om nog een waarde op het hoogste niveau te maken. Als u een onderliggende waarde wilt maken, klikt u op Item toevoegen voor de veldwaarde die u zojuist hebt gemaakt, voert u een Waarde in en klikt u op Opslaan.
    10. Herhaal deze stappen totdat u alle gewenste waarden voor het veld hebt toegevoegd.