Digitale routering beheren

Digital Experience gebruikt digitale skills en scripts om te bepalen naar welke agent of skill contactenGesloten De persoon die contact heeft met een agent, IVR of bot in uw contactcenter. worden gerouteerd. U kunt aangepaste digitale scripts in CXone Studio maken om te bepalen hoe een contact in CXone wordt gerouteerd. U kunt ook Workflowautomatisering (WFA) gebruiken om regels voor het routeren van contacten te maken. Studio en WFA werken samen voor het routeren van digitale contacten.. WFA-regels werken onafhankelijk van Studio-scripts. U kunt scripts en WFA-regels samen gebruiken voor het aanpassen van de afhandeling van digitale contacten. U kunt ook routeringswachtrijen gebruiken om digitale contacten te routeren, hoewel hiervoor het gebruik van digitale skills en scripts wordt aanbevolen.

U moet nieuwe digitale skills maken in ACD. Het gebruik van digitale scripts is de aanbevolen methode voor het routeren van digitale contacten. Het is gemakkelijker om de routeringsworkflow op te bouwen en problemen op te lossen in de visuele interface van een Studio-script. Als u gebruikmaakt van routeringswachtrijen, kan het lastig zijn om de vele regels bij te houden die nodig zijn om contacten te routeren. U kunt ook workflowautomatisering gebruiken om regels te maken die met digitale skills werken.

U kunt deze stappen nog steeds gebruiken om bestaande routeringswachtrijen te configureren, maar het maken van wachtrijen is volledig gemigreerd naar ACD-skills.

U moet voor elk kanaal dat u maakt een standaard Studio-script en een standaardskill selecteren. Voor bestaande kanalen kunt u dit configureren door naar ACDDigitaal > Digitale contactpunten te gaan.

Een digitale skill maken

Vereiste machtigingen: Skills Maken en Skills Bewerken

Voor agents die CXone Agent gebruiken, moeten het attribuut Digital Engagement worden ingeschakeld en moeten zij worden toegewezen aan een digitale skill om digitale interacties te kunnen afhandelen. Agents die MAX gebruiken, kunnen digitale interacties afhandelen als aan die agents het attribuut Digital Engagement of een digitale skill is toegewezen.

De naam van een skill moet betekenis hebben. Het is handig om consistent te zijn wanneer u skills een naam geeft. Beslis welke standaardindeling voor namen van skills werkt voor uw organisatie.

Een skillnaam moet uit minimaal 2 tekens en maximaal 30 tekens bestaan. Skillnamen kunnen worden samengesteld uit alleen letters, nummers en deze speciale tekens:

  • Koppelteken (-)
  • Liggend streepje (_)
  • Punt (.)
  • Dubbele punt (:)
  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar ContactinstellingenACD Skills.

  3. Klik op Nieuwe maken > Eén skill.

  4. Stel Mediatype in op Digitaal. DigitaleGesloten Kanaal, contact of skill verbonden met Digital Experience. skills zijn altijd Inbound tenzij u Personal Connection of BYOC gebruikt.
  5. Voer een Skillnaam in.
  6. Selecteer de Campagne waarvan de skill deel moet uitmaken.
  7. Selecteer een Berichtsjabloon als u rijke content in uw outbound bericht wilt gebruiken.
  8. Als u een subskill aan deze skill wilt toevoegen, schakelt u het selectievakje in. Dit is alleen van toepassing als u wachtrijen voor digitale routering gebruikt om contactskills toe te wijzen. Dit is niet de aanbevolen routeringsmethode. U kunt het beste Studio-scripts gebruiken voor het beheren van contacten en het toewijzen van skills.
  9. Configureer eventueel de overige optionele velden in het gedeelte Skillgegevens.

  10. Als u schermpop-upsGesloten Een configureerbaar popup-venster met informatie over het contact. De popup verschijnt op het scherm van de agent na een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld wanneer de agent verbinding krijgt. voor deze skill wilt gebruiken, gebruikt u de actie POPURL in Studio. Deze actie wordt alleen ondersteund voor de CXone Agent-suite.
  11. Als uw organisatie gebruikmaakt van dynamische levering, gebruikt u het gedeelte Routeringsconfiguratie om de routeringservaring voor deze skill aan te passen. Hiertoe selecteert u een evaluatiecriterium en configureert u de relevante instellingen.

    De inhoud van dit gedeelte heeft betrekking op een product of functie in Controlled Release (CR). Als u geen deel uitmaakt van de CR-groep en meer informatie wilt, neem dan contact op met uw CXone-accountmanager.

    • Vaardigheid: Dit is de standaardinstelling. Routeringsbeslissingen geven prioriteit aan de agent met het hoogste geconfigureerde bekwaamheidsniveau voor de skill.

    • Voorkeursagent: Routeringsbeslissingen geven prioriteit aan de agent die dezelfde case of hetzelfde contact het laatst heeft afgehandeld. Als u deze optie selecteert, moet u deze instellingen configureren:

      • Focusmetric: Geeft aan wie de voorkeursagent is. De opties zijn als volgt:

      • Focusvergrendeling: Geeft aan wat er gebeurt als de voorkeursagent niet beschikbaar is. De opties zijn als volgt:

        • Bij offline zijn: De interactie wacht in de wachtrij tot de voorkeursagent beschikbaar is, of tot de terugvaltijd is verstreken. Als de Terugvaltijd wordt overschreden, wordt de interactie naar een andere agent gerouteerd op basis van bekwaamheid. De ontvangende agent wordt de nieuwe voorkeursagent voor de case of het contact.

        • Bij beschikbaar zijn: Een agent kan de status beschikbaar hebben, maar is niet meteen beschikbaar. Een agent kan bijvoorbeeld de status beschikbaar hebben, maar is bezig met nawerkGesloten Toestand waarin een agent het werk afrondt na afloop van een interactie; ook wel ACW (after call work) of wrap-up genoemd, een bericht beantwoorden van een ander contact, of anderszins. In dit geval moet u ook de terugvaltijd configureren om te bepalen hoelang op de voorkeursagent moet worden gewacht. Als de Terugvaltijd wordt overschreden, wordt de interactie naar een andere agent gerouteerd op basis van bekwaamheid. De ontvangende agent wordt de nieuwe voorkeursagent voor de case of het contact.

      • Terugvaltijd: Het aantal seconden dat moet worden gewacht tot de voorkeursagent beschikbaar is. Wanneer u bijvoorbeeld 900 seconden invoert, wacht het systeem 15 minuten voordat het contact naar een andere agent wordt gerouteerd. Als u ervoor kiest om voorkeursagent te gebruiken om contacten te routeren, moet u een waarde tussen 1 en 5.256.000 invoeren. Als u dit veld leeg laat, ontvangt u een foutbericht.

      Interacties die zonder een geldig contact of interactiegeschiedenis in de wachtrij worden geplaatst, worden naar een beschikbare agent gerouteerd op basis van bekwaamheid.

  12. Als u de standaardinstellingen van het servicelevel voor deze skill wilt wijzigen, bewerkt u de velden in het gedeelte Servicelevel. Dit gedeelte verschijnt alleen als u een Inbound skill configureert.

  13. Als u agents wilt verplichten om handmatig interacties voor deze skill te accepteren of te weigeren, schakelt u het selectievakje Accepteren / Weigeren in. Als een agent een interactie weigert, wordt de interactie teruggezet in de wachtrij.
  14. Ga naar het gedeelte Agentrespons als u een afteltimer voor agentreacties wilt inschakelen. Deze mogelijkheid wordt alleen ondersteund in Agent. U kunt dit ook later doen.

  15. Ga naar het gedeelte Klantrespons als u de toewijzing van contacten ongedaan wilt maken nadat de timer is afgelopen. Deze mogelijkheid wordt alleen ondersteund in Agent. U kunt dit ook later doen.

  16. Klik op Maken. Voer extra configuraties uit om uw skills aan te passen of te beheren.

Algemene routeringswachtrij-instellingen configureren

In de algemene routeringsinstellingen kunt u routeringsopties configureren die van toepassing zijn op al uw digitale kanalenGesloten Kanaal, contact of skill verbonden met Digital Experience..

Wachtrijen voor Digitaal routering werken als volgt:

  1. Er komt in Digital Experience een bericht binnen van een ondersteund kanaal.
  2. Digital Experience vergelijkt het bericht met de filterregels voor alle wachtrijen en routeert het bericht naar de beste match.
  3. Als het bericht matcht met meerdere wachtrijen, wordt het door Digital Experience gerouteerd op basis van prioriteit.
  4. Als de interactie met geen enkele regel voor wachtrijen matcht, wordt de interactie gerouteerd naar de fallback-wachtrij.
  5. Als er geen fallback-wachtrij is geconfigureerd, gaat de interactie naar de backlog.

Mowgli Kipling is beheerder van het contactcenter voor The Jungle, een dochteronderneming van Classics, Inc. Hij heeft een routeringswachtrij voor zijn Facebook-kanaal geconfigureerd. Binnen die wachtrij wilde hij de Engelse en Portugese klanten apart routeren. Hij wilde interacties met betrekking tot de katten van The Jungle toewijzen aan de meer ervaren agents, omdat de katten veel problemen veroorzaken. Hij wilde er bovendien voor zorgen dat interacties met influencersGesloten Mensen op social media met een zekere reputatie en veel volgers, die de meningen en acties van hun publiek kunnen beïnvloeden. op social media voorrang krijgen.

Mowgli maakte twee wachtrijen genaamd JungleFB-EN en JungleFB-PT, en twee subwachtrijen genaamd JungleCats en Influencers. Hij voegde de juiste filters toe aan elke wachtrij en subwachtrij, en voegde vervolgens beide subwachtrijen toe aan elk van de wachtrijen. Hij plaatste de nieuwe wachtrijen bovenaan de wachtrijlijst om te zorgen dat overeenkomende interacties eerst daarheen worden gestuurd, zelfs als ze ook voldoen aan de criteria voor andere wachtrijen.

Voor JungleFB-EN krijgen de subwachtrijen een gewicht, zodat interacties van influencers een hogere prioriteit krijgen dan interacties over katten. Maar de Jungle-katten in Brazilië genereren veel interacties, dus in JungleFB-PT krijgen juist die interacties een hogere prioriteit. In beide wachtrijen worden interacties over Jungle-katten doorgestuurd naar een subgroep van ervaren agents.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.

  2. Ga naar Digitaal > Routering.

  3. Configureer het standaard gedrag van Digital Experience-routering in de velden Routering prioriteren en Routering-fallback.

  4. Bepaal hoe Digital Experience interacties aan agents moet toewijzen in de velden Voorkeursagent - Routeren naar voorkeursagent en Voorkeursagent - Fallbacktijd. Als u deelneemt aan het Controlled Release-programma, kunt u dit nu configureren op het skillniveau wanneer u een digitale skill maakt. U kunt deze algemene instellingen mogelijk niet meer zien.

  5. Geef in het veld Timeout voor contact-activiteit het maximum aantal dagen inactiviteit op. Inactiviteit wordt gedefinieerd als de toestand waarin het contact of de agent geen berichten voor een interactie verzendt. U kunt een getal tussen 1 en 90 invoeren. 30 is de standaardinstelling voor het maximale aantal dagen van inactiviteit. Dit is van toepassing op alle routeringswachtrijen. Als u voor verschillende wachtrijen verschillende timeoutinstellingen wilt opgeven, kunt u een taak voor workflowautomatisering configureren om dat te doen.
  6. De standaardstatus die Digital Experience aan berichten toewijst wanneer agents reageren op contacten, moet u instellen in de vervolgkeuzelijst Standaard reactietype.

  7. Klik op Opslaan.

Filters voor wachtrijen en subwachtrijen configureren

Filters bevatten regels die bepalen hoe Digital Experience interactiesGesloten De volledige conversatie met een agent via een kanaal. Een interactie kan bijvoorbeeld een telefoongesprek, een e-mailuitwisseling, een chatgesprek of een uitwisseling via social media zijn. naar de digitale inboxGesloten Een ruimte waar cases binnenkomen voor digitale interactie in een agentapplicatie. van uw agents routeert. Wanneer er interacties binnenkomen, vergelijkt het systeem deze met de regels voor elke wachtrijGesloten Het Digital First-equivalent van een skill: stuurt contacten naar agents die zijn aangewezen om dit type contacten af te handelen., te beginnen met de eerste wachtrij in de lijst. Dit gaat door tot er een match wordt gevonden. Als een routeringswachtrij subwachtrijen heeft, vergelijkt Digital Experience de interacties met de filterregels van elke subwachtrij totdat er een match wordt gevonden.

Als een interactie overeenkomt met de regels van meerdere routeringswachtrijen, kiest Digital Experience de wachtrij met de hoogste prioriteit in de lijst. Mowgli wil bijvoorbeeld dat Facebook-klachten over de katten van The Jungle naar de wachtrij TheJungleFB gaan en niet naar de algemene klachtenwachtrij, dus hij zorgt dat TheJungleFB een hogere prioriteit heeft.

Een wachtrij moet minimaal één filter hebben. Agents in de wachtrij moeten machtigingen hebben voor de kanalen die berichten routeren naar de wachtrij.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.
  2. Ga naar Digitaal > Routeringswachtrijen.

  3. Vind de routeringswachtrij of subwachtrij die u wilt bewerken en klik op de bijbehorende link Filters.
  4. Klik op Routeringswachtrijfilter toevoegen.
  5. Voer een Filternaam in.
  6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Prioriteit voor gefilterde cases de prioriteit die cases moeten krijgen als ze voldoen aan dit filter. Hoe lager het getal, hoe lager de prioriteit (0 is het laagste getal dus dit is de laagste prioriteit). Deze instelling heeft voorrang boven Routering prioriteren in de algemene instellen voor routeren.
  7. Klik op Opslaan.
  8. Selecteer een Voorwaardetype in de vervolgkeuzelijst. Klik op Voorwaarde maken voor geselecteerd type. Op de volgende pagina kunt u de criteria voor de voorwaarde instellen. Nadat u een voorwaarde hebt geconfigureerd, kunt u er nog meer toevoegen.
  9. Als u meerdere filters hebt toegevoegd, gebruikt u de pijlen omhoog en omlaag om ze te ordenen. Net als bij wachtrijen worden inbound cases eerst vergeleken met het eerste filter in de lijst, daarna met het volgende enzovoort. Daarom moet het bovenste filter het meest specifiek zijn en het filter aan het eind het meest algemeen.

Subwachtrijen toevoegen aan een routeringswachtrij

U kunt subwachtrijen gebruiken om gespecialiseerde routering te configureren binnen routeringswachtrijenGesloten Het Digital First-equivalent van een skill: stuurt contacten naar agents die zijn aangewezen om dit type contacten af te handelen.. Subwachtrijen kunnen aan meerdere wachtrijen worden toegewezen. Als u bijvoorbeeld verschillende teams hebt die specifieke producten afhandelen of die verschillende talen spreken, kunt u subwachtrijen gebruiken om te routeren naar agents voor elk product of elke taal. Vervolgens kunt u deze subwachtrij toewijzen aan elke routeringswachtrij waar u agents met die specialiteit nodig hebt. Mowgli gebruikt subwachtrijen voor de JungleFB-kanalen op basis van de bron en het onderwerp.

U kunt aan elke subwachtrij een gewicht toekennen. Aan de hand van dit gewicht bepaalt Digital Experience de prioriteiten van subwachtrijen bij de toewijzing van cases. Hoe groter het getal, des te groter de kans dat cases aan de subwachtrij worden toegewezen. Als een subwachtrij aan meerdere routeringswachtrij is gekoppeld, kan deze voor elke routeringswachtrij verschillende gewichten hebben.

Aan routeringswachtrijen kunnen niet zowel gebruikers als subwachtrijen worden toegewezen. Voordat u een subwachtrij toevoegt aan een routeringswachtrij, moet u eventuele toegewezen gebruikers verwijderen in ACD.

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.
  2. Ga naar Digitaal > Routeringswachtrijen.

  3. Klik op Subwachtrijen naast de routeringswachtrij waaraan u subwachtrijen wilt toevoegen.
  4. Klik op Subwachtrijen toevoegen.

  5. Schakel de selectievakjes in voor de subwachtrijen die u aan de routeringswachtrij wilt toevoegen.

  6. Klik op Opslaan.

  7. Wijs een gewicht toe aan elke subwachtrij om in te stellen welke prioriteit de subwachtrij moet hebben binnen deze wachtrij. Subwachtrijen met een hoger gewicht krijgen meer interacties dan subwachtrijen met een lager gewicht. Mowgli gebruikt gewichten om dezelfde subwachtrijen verschillende prioriteiten te geven op basis van de wachtrij waarvoor ze worden gebruikt.

  8. Klik op Opslaan.

Routeringswachtrijen en -subwachtrijen bewerken

U kunt een wachtrij bewerken om de naam of prioriteit te wijzigen, gebruikers toe te voegen of agentcapaciteiten aan te passen.

Wachtrijnaam wijzigen

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.
  2. Ga naar Digitaal > Routeringswachtrijen.

  3. Klik op Bewerken naast de routeringswachtrij of -subwachtrij die u wilt wijzigen.
  4. Voer een nieuwe Naam in voor de routeringswachtrij of wijzig de bestaande naam. Zorg dat elke routeringswachtrij een unieke naam heeft, die niet voor andere wachtrijen of skills wordt gebruikt.
  5. Klik op Opslaan.

Wachtrijprioriteit wijzigen

U kunt een wachtrij bewerken om het volgordenummer en daarmee de prioriteit te wijzigen. De prioriteit bepaalt naar welke wachtrij een bericht wordt gerouteerd dat voldoet aan de criteria voor meerdere wachtrijen. De wachtrij die het hoogst in de lijst staat, heeft de hoogste prioriteit.

Op de pagina Routeringswachtrijen kunt u de pijlen in de kolom Volgorde gebruiken om de wachtrij een hogere of lagere prioriteit te geven. Als u de prioriteit van een wachtrij met meerdere posities tegelijk wilt veranderen, klikt u op Bewerken en typt u een getal in het veld Sorteervolgorde.

Gebruikers toevoegen aan een routeringswachtrij

Elke routeringswachtrij toont een lijst met gebruikers die aan de routeringswachtrij zijn toegewezen. Deze lijst kan niet worden aangepast vanaf deze pagina. Volg in plaats daarvan de stappen bij Skills toevoegen aan een gebruiker OF Gebruikers toevoegen aan een skill. Nadat de wijzigingen zijn opgeslagen, worden ze ook hier weergegeven.

U kunt gebruikers die aan een routeringswachtrij zijn toegewezen, weergeven door op BewerkenToegewezen gebruikers weergeven te klikken.

Houd er rekening mee dat u geen subwachtrijen kunt toevoegen aan een routeringswachtrij waaraan al gebruikers zijn toegewezen. In plaats daarvan moet u gebruikers toevoegen aan de subwachtrij.

Agents toestaan contacten te accepteren/weigeren

  1. Klik op de app-kiezer en selecteerACD.
  2. Ga naar Digitaal > Routeringswachtrijen.

  3. Klik op Bewerken naast de routeringswachtrij of -subwachtrij die u wilt wijzigen.
  4. Onder Accepteren/weigeren tonen aan agent kunt u het selectievakje Ingeschakeld in- of uitschakelen. Als dit selectievakje ingeschakeld is, geeft u de agent de optie om een inkomend contact te accepteren of te weigeren. De Time-out voor contactweigering kan worden ingesteld in het ACD-gebruikersprofiel op het tabblad Contactinstellingen.

  5. Klik op Opslaan.