Music

Voeg bijschrift toe

Voer een korte woordgroep in die deze actie in het script uniek identificeert. Het bijschrift verschijnt op het scriptcanvas onder het actiepictogram.

Hiermee kunt u een vooraf opgenomen muziekbestand selecteren dat door de actie moet worden afgespeeld. Studio heeft 20 ingebouwde muziekbestanden in WAV-formaat waaruit u kunt kiezen. Als u een muziekbestand wilt afspelen dat u zelf hebt geüpload, kunt u dit doen door in plaats daarvan de Playlog-actie te gebruiken.

U kunt voor deze eigenschap een variabele gebruiken.

Hiermee kunt u instellen dat het geselecteerde audiobestand wordt afgespeeld op een specifiek punt in plaats van vanaf het begin. Specificeer het aantal seconden na het begin van het audiobestand waar de actie moet beginnen met afspelen. Voor deze eigenschap wordt vaak een vervangende variabele gebruikt.

Als u bijvoorbeeld een lus hebt van twee Music-acties en een Wait-actie, kunt u instellen dat de eerste Music-actie wordt afgespeeld vanaf het begin van het bestand. Als u wilt dat de eerste Music-actie 30 seconden wordt afgespeeld en de tweede Music-actie het afspelen hervat op het punt waar de eerste actie is gestopt, stelt u StartOffset in op 30.

De standaardwaarde voor deze eigenschap is 0, zodat het bestand elke keer vanaf het begin wordt afgespeeld. Er is geen maximumwaarde, maar wanneer u een waarde invoert die groter is dan de lengte van het muziekbestand, speelt de actie het bestand af vanaf het begin.

Hiermee kunt u een deel van het geselecteerde audiobestand afspelen. Voer het aantal seconden in dat u van het bestand wilt afspelen.

De standaardwaarde is 0. Dit betekent dat het muziekbestand van begin tot eind wordt afgespeeld. Als dit gebeurt, wordt voldaan aan de OnComplete vertakkingsvoorwaarde en volgt het script dat pad.

Er geldt geen maximumwaarde, maar wanneer u een waarde invoert die groter is dan de lengte van het bestand, volgt het script het OnComplete-vertakkingspad.

Er wordt aan de Default-vertakkingsvoorwaarde voldaan als SecondsToPlay is ingesteld op een waarde groter dan nul en kleiner dan de totale lengte van het bestand.

Voor deze eigenschap wordt vaak een vervangende variabele gebruikt.

Hiermee kunt u een stringexpressie maken om muziek periodiek te onderbreken met een of meer korte berichten in de vorm van een WAV-bestand. Uw expressie, zoals weergegeven in het volgende voorbeeld, moet u deze syntax gebruiken: Naam van berichtbestand;SecondsToPlay

Bericht1.wav;45 Bericht2.wav;60 Bericht3.wav;60

Hoewel deze methode wel werkt, kunnen er ook problemen bij ontstaan. Als een bericht bijvoorbeeld later opnieuw wordt opgenomen en dan langer wordt dan het oorspronkelijke bericht, kan het volgende bericht al worden afgespeeld voordat het vorige bericht is afgelopen. Daarom kunt u, wanneer afgespeelde muziek wordt onderbroken door periodieke berichten, de Music-acties Play of Playlog-acties afwisselen met de gewenste berichten of prompts.

Stel deze eigenschap in op het aantal keren dat de InterruptMessages moeten worden herhaald. Als u geen interruptbericht hebt geconfigureerd, kunt u deze eigenschap weglaten.

Bepaalt of DTMF-tonen Toetstonen die worden gegenereerd wanneer iemand op een toets van de telefoon drukt of tikt. worden verwerkt terwijl de actie wordt uitgevoerd. Als dit is ingeschakeld, verwerkt en reageert de actie op DTMF-tonen. De actie registreert de toetstonen niet. Wanneer dit is uitgeschakeld, negeert de actie DTMF-tonen, zelfs als het contact een toets van de telefoon indrukt.

Terwijl een klant in de wacht staat, kunt u bijvoorbeeld een bericht afspelen over de mogelijkheid om de wachtstand te onderbreken, met deze tekst: "U wordt zo snel mogelijk geholpen. Als u liever een voicemail inspreekt zodat wij u terug kunnen bellen, druk dan nu op de ster-toets". DetectDTMF moet dan worden ingesteld op Aan zodat de actie de toetsindrukken van de klant kan verwerken.

In de Waardemodus: Klik op Nee om deze optie uit te schakelen. Klik op Aan om de actie in te schakelen voor het detecteren van en reageren op DTMF-tonen.

In de Expressiemodus: Voer false in om deze optie uit te schakelen. Laat dit ingesteld op true om de actie in te schakelen voor het detecteren van en reageren op DTMF-tonen.

Wanneer deze eigenschap is ingeschakeld en een contact op een toets drukt, wordt de Digit-vertakking getriggerd.

In deze eigenschap kunt u het vervangen van een variabele gebruiken. Stel hiervoor deze eigenschap op de Expressiemodus en voer dan de variabele in het veld in. Zet de variabelen tussen accolades ( { } ).

Wanneer een beller een toets op de telefoon indrukt, wordt een DTMF-toetstoon gegenereerd en opgeslagen in een buffer. Met ClearDigits kunt u bepalen hoe deze actie omgaat met DTMF Toetstonen die worden gegenereerd wanneer iemand op een toets van de telefoon drukt of tikt.-tonen die zich in de buffer bevinden wanneer de actie start.

Indien deze optie is ingeschakeld, wordt de buffer leeggemaakt wanneer de actie begint. Toetsindrukken die eerder in het script zijn geregistreerd, worden niet aan deze actie doorgegeven. Als u deze optie uitschakelt, verwerkt en reageert de actie op eventuele DTMF-tonen die via de buffer aan deze actie zijn doorgegeven. Stel dit in op True om in te schakelen of False om uit te schakelen. Wanneer DTMF-tonen aan deze actie worden doorgegeven, neemt het script onmiddellijk het pad voor de Digit vertakkingsvoorwaarde.

In de Waardemodus: Klik op Nee om deze optie uit te schakelen. Laat dit ingesteld op Ja om de DTMF-buffer te wissen.

In de Expressiemodus: Voer false in om deze optie uit te schakelen. Laat dit ingesteld op true om de DTMF-buffer te wissen.

Default

Het pad dat altijd wordt gevolgd, behalve als het script voldoet aan een voorwaarde die vereist dat het een van de andere vertakkingen volgt. Dit pad wordt ook gevolgd als de andere vertakkingen niet zijn gedefinieerd.

Bij Music wordt deze vertakking ook gevolgd wanneer SecondsToPlay is ingesteld op een waarde groter dan nul en kleiner dan de totale lengte van het geselecteerde MusicFile.

Deze vertakkingsvoorwaarde wordt momenteel niet gebruikt.

Het pad dat wordt gevolgd als DetectDTMF is ingesteld op True en de beller tijdens de actie een toets op de telefoon indrukt.