ASRMENU
Deze Help-pagina is bedoeld voor Studio. Deze informatie is ook beschikbaar voor Desktop Studio.
|
Voegt een keuzemenu toe waaruit de klant een optie kan kiezen terwijl er ook een bericht wordt afgespeeld. Deze actie wordt doorgaans gebruikt om de contactpersoon informatie te laten verstrekken die richting geeft aan de manier waarop de interactie wordt afgehandeld. Bijvoorbeeld: uw Asrmenu-actie zou de volgende boodschap kunnen geven: Als u met een accountmanager wilt spreken, zeg dan "Sales". Als u behoefte hebt aan technische assistentie, zeg dan "Support" . In dit geval zou de Asrmenu-actie doorgaan met verschillende vertakkingen, afhankelijk van de informatie die door het contact wordt verstrekt. Asrmenu en Menu hebben vergelijkbare functies en toepassingen. Met Asrmenu kan de beller mondeling reageren op menuopties zodat de oproep kan worden doorverbonden. De uiting van de klant wordt in een scriptvariabele opgeslagen, die kan worden gebruikt voor andere doeleinden. De Asr-actie kan ook worden gebruikt om een aangepast menu met ASR De berichten die in een Asrmenu-actie worden gebruikt, kunnen vooraf opgenomen audiobestanden en/of TTS (tekst-naar-spraak)-versies van waarden in het script zijn. ASR-acties worden alleen weergegeven als ASR is ingeschakeld voor uw organisatie. ASR is een optionele functie. Vraag uw Accountmanager om meer informatie. |
Ondersteunde scripttypen
|
Telefoon |
Invoereigenschappen
Deze eigenschappen definiëren gegevens die de actie gebruikt bij het uitvoeren.
Vertakking |
Beschrijving |
---|---|
Add Caption |
Voer een korte woordgroep in die deze actie in het script uniek identificeert. Het bijschrift verschijnt op het scriptcanvas onder het actiepictogram. |
Sequence |
Specificeer de prompt die door de actie wordt afgespeeld. Een prompt kan een vooraf opgenomen WAV-audiobestand of tekst-naar-spraak Als de prompt een audiobestand is, typt u de bestandsnaam tussen dubbele aanhalingstekens. Bijvoorbeeld "begroeting.wav". Als het audiobestand zich in een andere map bevindt, neemt u het pad op naar het bestand. Als het script zich bijvoorbeeld in de rootmap bevindt, en het audiobestand in een submap op twee niveaus lager zit, voert u "Submap\Submap2\Audiobestand.wav" in. Als het script in een submap zit dat één niveau lager is dan de root en het audiobestand in een andere submap op hetzelfde niveau zit, voert u "\. in.\Submap\Audiobestand.wav". Als de prompt tekst-naar-spraak is, voert u de tekst in die u wilt dat de TTS "%Uw rekeningsaldo is" "stilte.wav" "${huidigSaldo}"
|
Phrase |
Gebruik deze eigenschap om de tekst te documenteren die in de prompt aanwezig is. Deze eigenschap wordt niet gebruikt door het script. Omdat prompts complex kunnen zijn en een groot aantal segmenten kunnen bevatten, kan het handig zijn om de volledige tekst te vermelden zonder de opmaak die vereist is voor het Sequence-veld. |
Min Confidence |
Bepaalt het minimaal aanvaardbare vertrouwenspercentage voor een herkenningsmatch. Als het vertrouwenspercentage lager is dan deze waarde, wordt de OnNoConfidence-vertakking gevolgd. Voer een geheel getal tussen 1 en 100 in om deze optie te wijzigen. De standaardwaarde is 40 voor een klein menu en 50 voor een groot menu. |
Timeout Seconds |
Bepaalt hoe lang IVR Belangrijk De timer start alleen als de prompt volledig is voltooid. Het systeem heeft echter een ingebouwde maximumlimiet van twee minuten (120 seconden), inclusief de afspeelduur van de prompt. Als deze limiet tijdens een actie wordt bereikt, worden alle actieve prompts afgebroken en neemt het script de OnError-tak. Daarom moet u de duur van uw prompts weten en voor dit veld een waarde instellen die ervoor zorgt dat de actie altijd minder dan twee minuten actief is. |
Result Var Name | Bepaalt de naam van de variabele die het herkende resultaat bevat van de ingesproken of handmatig ingevoerde invoer van de beller. Als de prompt de beller bijvoorbeeld vraagt om zijn geboortedatum in te spreken of in te voeren, wordt het resultaat opgeslagen in de variabele die door deze eigenschap wordt bepaald. De standaardwaarde is de naam van de actie + "Result" (bijv. ASRDIGITSResult). Als de beller iets inspreekt en de ASR-engine geen match kan vinden, wordt deze variabele niet ingevuld. Opmerking: als de actie een OnDTMF-vertakking heeft, moet u een Capture-actie gebruiken om een variabelewaarde uit de buffer te halen (DTMF-waarden worden automatisch opgeslagen in een buffer). |
Confidence Var Name | Bepaalt de naam van de variabele die het door de ASR-engine geretourneerde vertrouwenspercentage bevat. De standaardwaarde is ASRConf. |
Detect DTMF |
Hiermee kunt u een IVR-script configureren om zowel gesproken invoer als handmatig ingetoetste DTMF Als de waarde True Als de waarde False In de Waardemodus: Klik op Ja om DTMF-detectie in te schakelen. In de Expressiemodus: Voer True in om DTMF-detectie in te schakelen. Omdat deze actie geen OnDTMF-vertakking heeft, wordt de DTMF-waarde opgeslagen in de resultaatvariabele die is opgegeven in ResultVarName. |
Clear Digits |
Wanneer een beller een toets op de telefoon indrukt, wordt de gegenereerde DTMF-toon opgeslagen in een buffer. Wanneer Cijfers wissen is ingesteld op Yes/True is de standaardwaarde. In de Waardemodus:Klik op Nee om in te schakelen. In de Expressiemodus:Voer False in om in te schakelen. |
Inter Digit Timeout | De hoeveelheid tijd die het systeem wacht nadat de klant een cijfer heeft ingetoetst om te zien of de klant nog een cijfer intoetst. U moet scriptlogica maken om een time-out te verwerken. |
Content Type | Bepaalt hoe de ASR-engine de uitingen van de beller tijdens deze actie moet identificeren. De ASR-engine vergelijkt de uiting van de beller met de waarden in het opgegeven inhoudstype. Als er een match wordt gevonden, retourneert de engine deze match plus een percentage dat het vertrouwen in de juistheid van de match aangeeft. Selecteer een van de volgende opties in de vervolgkeuzelijst: |
Grammar File |
Hiermee kunt u het pad opgeven naar het grammaticabestand |
Term Digit | Hiermee bepaalt u hoe de beller kan aangeven dat de ingevoerde gegevens gereed zijn, door een eindteken in te toetsen. De meest gebruikelijke waarde is # ('toets hekje'). Standaard wordt het TermDigit-teken meegenomen als een van de opgeslagen cijfers in de ASRDIGITSResult-variabele. Als u dit teken automatisch uit de variabele wilt weglaten, typt u een minteken (-) aan het einde van dit veld. Typ bijvoorbeeld #- om een hekje als eindteken te gebruiken, maar dit eindteken niet in de variabele te laten retourneren. |
Max Digits |
Het maximum aantal cijfers dat een gebruiker voor de actie kan opgeven. Stel deze waarde bijvoorbeeld in op 4 als de prompt vraagt naar de laatste vier cijfers van het sofinummer van de beller. De standaardwaarde is 1 Wanneer de waarde van MaxDigits wordt bereikt, wordt de uitvoering van het script voortgezet en volgt het script de vertakking MaxDigits als deze is verbonden. |
Resultaatvertakkingsvoorwaarden
Met Resultaatvertakkingsvoorwaarden kunt u vertakkingen maken in uw script om verschillende resultaten te behandelen wanneer de actie wordt uitgevoerd.
Voorwaarde |
Beschrijving |
---|---|
Default | Het pad dat altijd wordt gevolgd, behalve als het script voldoet aan een voorwaarde die vereist dat het een van de andere vertakkingen volgt. Dit pad wordt ook gevolgd als de andere vertakkingen van de actie niet zijn gedefinieerd. |
Terminator | Het pad dat wordt gevolgd als de beller de waarde opgeeft die in de eigenschap is opgegeven. |
MaxDigits | Het pad dat wordt gevolgd als de invoer van de beller de waarde MaxDigits bereikt. |
NoConfidence | Het pad dat wordt gevolgd als het door de ASR-engine geretourneerde vertrouwenspercentage lager is dan de waarde van MinConfidence. |
Timeout | Het pad dat wordt gevolgd als er gedurende het opgegeven aantal seconden geen reactie is. |
Error | Het pad dat wordt gevolgd als er een onverwacht probleem is (bijvoorbeeld slechte verbinding of syntaxfouten). De _ERR-variabele moet een beknopte beschrijving van het probleem bevatten. |
OnInterDigitTimeout | Het pad dat wordt gevolgd als de tijd die is opgegeven in de InterDigitTimeout-eigenschap wordt overschreden tijdens de DTMF-respons van een beller op een prompt. |
Add Custom Condition | De paden die worden gevolgd bij een verbinding met secundaire acties met behulp van variabele vertakkingsvoorwaarden. Klik op de drie puntjes om de |
Aangepaste cases configureren
Hiermee kunt u aangepaste vertakkingen instellen voor de keuzes in uw actie, en eventueel vertakkingsvariabelen voor spraakherkenning instellen met behulp van het verzamelingseditorvenster.
Deze optie is momenteel niet beschikbaar in Studio. Om aangepaste cases te configureren, moet u gebruiken Desktop Studio.
Voorbeeldscript 1
Dit is een voorbeeld dat toont hoe deze actie kan worden gebruikt in scripts. Het is niet bedoeld als een compleet script. Het kan nodig zijn het script verder te bewerken.
Asrmenu biedt een eenvoudige manier om een door ASR ondersteund menusysteem te maken. De actie maakt gebruik van algemene vertakkingen zoals OnNoConfidence en OnTimeout, maar stelt de gebruiker ook in staat om eigen vertakkingen voor specifieke woordgroepen te specificeren. Bijvoorbeeld:

In dit script gebruikt de Asrmenu-actie de vertakking CustomCases om oproepen te routeren aan de hand van drie mogelijke uitingen van de beller: Sales, Service of Herhalen. Deze waarden worden gedefinieerd in de vertakking en worden gebruikt om de uiting van de beller te herkennen.
Voorbeeldscript 2
Dit is een voorbeeld dat toont hoe deze actie kan worden gebruikt in scripts. Het is niet bedoeld als een compleet script. Het kan nodig zijn het script verder te bewerken.
Als DTMF is ingesteld op True, is het niet nodig om de variabele paden in het menu uit te schrijven als "één" en "1". De spraakherkenningsengine herkent het woord "één" als de variabele waarde 1. Het bijbehorende script zou er als volgt uitzien:
Wilt u dit script downloaden?
Tips en trucs
- U kunt de variabele languageLocale doorgeven uit de actie Voiceparams om de taal in te stellen die de actie moet detecteren.
- DTMF-tonen worden opgeslagen in een buffer. Als de actie een OnDTMF of OnDigits-vertakking heeft, moet u de DTMF-waarde met een Capture-actie uit de buffer halen.
- Als u meerdere DTMF-toetsindrukken wilt vastleggen, neemt de actie onmiddellijk de OnDTMF-vertakking wanneer de eerste DTMF-toets wordt ingedrukt (inclusief * en #). In dit geval moet u meerdere toetsindrukken vastleggen met een Capture-actie.
- Als er DMTF-toetsindrukken in de buffer aanwezig zijn en ClearDigits niet is ingesteld op True, wordt de OnDTMF-vertakking onmiddellijk gevolgd en is een Capture-actie vereist.