Acties voor BI-rapporten

Met Business Intelligence (BI)-rapporten kunt u data over uw organisatie bekijken en analyseren. Deze rapporten bieden meer functies en meer geavanceerde data-analysemogelijkheden dan standaardrapporten.

De data in BI-rapporten worden in widgets weergegeven. Widgets kunnen onder meer lijngrafieken, staafdiagrammen en meters zijn. U kunt op widgets inzoomen en de gegevens van een afzonderlijke widget exporteren.

In de onderstaande gedeeltes worden de acties beschreven die u in BI-rapporten kunt uitvoeren.

Rapportgegevens filteren

Wanneer u voor de eerste keer een BI-rapport opent, wordt u gevraagd om te kiezen hoe u de data wilt filteren, zoals per datumbereik of per team. Wanneer u deze filters wilt wijzigen, kunt u klikken op Re-prompt of Resetten .

1. In de pop-up Prompt kunt u de filters voor het rapport configureren, zoals Periode. De beschikbare filters verschillen per rapport.

2. Klik op Uitvoeren.

3. Wanneer het rapport meer filters heeft:

   1. Klik op Filter .

   2. Selecteer een filter en selecteer dan de parameters die u aan dat filter wilt toewijzen. Wanneer u bijvoorbeeld de gegevens van een bepaalde agent wilt bekijken, kunt u het filter Agentnaam selecteren en vervolgens de naam van de agent als parameter voor dat filter selecteren. U kunt ook op Alles selecteren klikken om alle beschikbare parameters toe te voegen.

   3. Klik op Toepassen.

Filters als bladwijzer opslaan

U kunt de filters die u hebt opgegeven voor een BI-rapport als bladwijzer opslaan. Als het rapport verschillende tabbladen heeft, onthoudt de bladwijzer op welk tabblad u bent gebleven. Hierdoor bespaart u tijd wanneer u regelmatig dezelfde data in een rapport bekijkt.

1. Pas de filters toe die u wilt opslaan en klik dan op Bladwijzers .

2. Wanneer u geen bladwijzers hebt opgeslagen, klikt u op Nieuwe toevoegen. Wanneer u al bladwijzers hebt opgeslagen, klikt u op Bladwijzer toevoegen .

3. Geef uw bladwijzer een naam. Klik op Opslaan.

Sorteerinstellingen kolom wijzigen

U kunt op een koptekst van een kolom klikken om de sorteeropties voor die kolom weer te geven. Een paar standaardopties zijn:

• Oplopend sorteren : Alfabetische volgorde, A tot en met Z. Numerieke volgorde, laagste tot en met de hoogste.

• Aflopend sorteren : Alfabetische volgorde, Z tot en met A. Numerieke volgorde, hoogste tot en met de laagste.

• Totalen weergeven: Wijzig de data om de totalen, gemiddelden, mediaan, modus, standaarddeviatie, enzovoort weer te geven.

Inzoomen

Veel widgets en tabellen in BI-rapporten bieden de mogelijkheid om in te zoomen om gegevens afzonderlijk te bekijken.

1. Klik met de rechtermuisknop op het widgetgedeelte of op de rij waarop u zich wilt focussen.

2. Klik op Gegevens tonen....

3. Bekijk de afzonderlijke gegevens in de pop-up Gegevens tonen. U kunt op Gegevens toevoegen klikken om attributen en metrics van aanvullende gegevens toe te voegen. U kunt ook op Delen klikken om deze specifieke data te exporteren.

4. Wanneer u klaar bent met het bekijken van de gegevens, klikt u op Sluiten.

Gegevens exporteren

U kunt alle beschikbare data in een BI-rapport exporteren. U kunt ook data van individuele widgets exporteren.

Rapportgegevens exporteren

1. Klik op Delen in de rechterbovenhoek van het rapport.

2. Klik op Exporteren naar Excel of Exporteren naar PDF.

3. Selecteer in de vervolgkeuzelijsten het gewenste Bereik en Inhoud.

4. Open, wanneer u naar PDF exporteert, de vervolgkeuzelijst Meer instellingen om Papierformaat, Oriëntatie en overige Weergaveopties te configureren.

5. Klik op Exporteren.

Widgetgegevens exporteren

1. Plaats de muisaanwijzer op de widget. Klik in de rechterbovenhoek op Opties .

2. Klik op Exporteren, en selecteer dan PDF of Gegevens. Wanneer u Gegevens exporteren gebruikt, wordt een Excel-spreadsheet gegenereerd.

3. Wanneer u Exporteren naar PDF gebruikt, configureert u Papierformaat, Oriëntatie en overige Weergaveopties.

4. Klik op Exporteren.

Gegevens aan widgets toevoegen

U kunt aanvullende gegevens-attributen en metrics aan een widget in een rapport toevoegen.

1. Plaats de muisaanwijzer op de widget. Klik op Opties in de rechterbovenhoek en selecteer Gegevens tonen.

2. Als de widget een tabel is, wordt wellicht een vervolgkeuzelijst in de linkerbovenhoek weergegeven die u kunt gebruiken om tussen kolommen te schakelen.

3. Klik op + Gegevens toevoegen in de rechterbovenhoek van het venster Gegevens tonen.

4. Selecteer de selectievakjes voor de gegevens die u wilt toevoegen aan de widget. U kunt het selectievakje naast (Alles) selecteren om alle gegevens in dat gedeelte toe te voegen.

5. Klik op OK.

6. Bekijk de gegevens en klik dan op Sluiten.

U kunt de widgetdata samen met uw toevoegingen rechtstreeks vanuit dit venster exporteren door op Gegevens exporteren in de rechterbovenhoek van het venster Gegevens weergeven te klikken.

Weergegeven gegevens in een kolom wijzigen

In tabellen in BI-rapporten kunt u het attribuut of metric weergegeven in een kolom wijzigen.

1. Klik met de rechtermuisknop op de koptekst van een kolom.

2. Klik op Vervangen door.

3. Selecteer de gegevens-attribuut of metric die u de kolom wilt laten weergeven.

Widgets uitvouwen

Om een widget uit te vouwen, plaatst u de muisaanwijzer op de widget en klikt u op Uitvouwen in de rechterbovenhoek. Klik op Inklappen om het originele formaat van de widget te herstellen.