Rollen

Rollen bepalen wat medewerkers kunnen doen in NICE CXone. Als eerste maakt u een of meer rollen aan, waaraan u bepaalde machtigingen toewijst. Vervolgens wijst u deze rollen toe aan medewerkers, zodat ze de bijbehorende machtigingen krijgen en toegang krijgen tot de informatie en de taken die ze nodig hebben voor hun werk.

CXone wordt geleverd met maximaal vier ingebouwde rollen: Agent, Manager, Beheerder en Beoordelaar (indien uw organisatie gebruikmaakt van CXone CXone Quality Management). Deze rollen kunnen worden aangepast door medewerkers die hiervoor de benodigde machtiging hebben.

Het tabblad Wijzigingsgeschiedenis voor een rol bevat een historisch overzicht van de wijzigingen in die rol. Omdat de geschiedenistabel zo groot kan worden, kunt u zoek- en filterhulpmiddelen gebruiken om de inhoud van de tabel te beperken op basis van bepaalde tekst of op basis van een specifieke periode.

Belangrijke informatie over rollen

Naamgeving van rollen

  • Rolnamen moeten uniek zijn en mogen niet langer zijn dan 50 tekens. Rolnamen zijn niet hoofdlettergevoelig (dus Admin en admin zijn hetzelfde). U kunt de volgende speciale tekens niet gebruiken in een rolnaam:

    / \ + ! ? < > # & , % "

  • U kunt een eerder gebruikte rolnaam niet opnieuw gebruiken, zelfs niet als de rol inmiddels is gedeactiveerd.

Rolstatussen

  • Een rol heeft altijd een van deze drie statussen: Actief, Inactief en Concept.
  • Vanuit functioneel oogpunt komen Concept en Inactief op hetzelfde neer. Maar de verschillende statusnamen kunnen u helpen te begrijpen welke rollen nog in ontwikkeling zijn (Concept) en welke rollen wel gereed, maar momenteel niet in gebruik zijn (Inactief).
  • U kunt inactieve of conceptrollen niet toewijzen aan actieve medewerkers.
  • U kunt een rol die is toegewezen aan een of meer actieve medewerkers niet deactiveren.
  • U kunt wel een rol deactiveren die alleen is toegewezen aan inactieve medewerkers.

Medewerkers en rollen

  • Elke medewerker moet een primaire rol hebben. Als uw tenant beschikt over Digital Experience, wordt alleen de primaire rol van een medewerker gesynchroniseerd met het Digital Experience-portaal.
  • Een rol kan toegewezen zijn aan nul, één of een willekeurig aantal medewerkers.
  • Medewerkers kunnen één primaire rol en maximaal tien secundaire rollen hebben (in totaal 11 rollen). Dit maakt het gemakkelijker voor u om alleen de specifieke machtigingen toe te wijzen die een medewerker nodig heeft (het principe van 'minimaal privilege'). CXone maakt gebruik van op rollen gebaseerd toegangsbeheer (RBAC) om aan de hand van de totale machtigingen van alle toegewezen rollen van een medewerker te bepalen of deze medewerker toegang krijgt tot bepaalde functies, gegevens en/of privileges.
  • In het tabblad Toegewezen gebruikers van de detailpagina van een rol kunt u zien welke medewerkers deze rol als primaire rol hebben, en kunt u de rol aan andere medewerkers toewijzen. Dit tabblad toont zowel actieve als inactieve medewerkers. U kunt op dit tabblad niet zien welke medewerkers de rol als secundaire rol hebben.

    Wanneer u een rol aan een medewerker toewijst vanuit het tabblad Toegewezen gebruikers, wordt deze rol de nieuwe primaire rol van de medewerker. Secundaire rollen kunnen alleen worden toegewezen vanuit de medewerkersaccount.

  • U kunt ook inactieve medewerkers toewijzen aan rollen. Als u bijvoorbeeld medewerkersaccounts aanmaakt voor nieuwe medewerkers, maar deze accounts pas activeert nadat de medewerkers volledig zijn ingewerkt, kunt u de medewerkers alvast aan een rol toewijzen wanneer u de accounts configureert. Als uw tenant beschikt over Digital Experience en u extra machtigingen in het Digital Experience-portaal wilt configureren, kunt u dit pas doen nadat de medewerker de account heeft geactiveerd.
  • U kunt een medewerker die is toegewezen aan een inactieve rol, pas weer activeren nadat u de medewerker hebt toegewezen aan een actieve rol.
  • U kunt uw eigen rol niet wijzigen.

Rolmachtigingen

  • Wanneer u een nieuwe rol maakt, zijn er geen standaardmachtigingen gekoppeld aan die rol. Om tijd te besparen, kunt u een bestaande rol kopiëren en gebruiken als basis voor een nieuwe rol.
  • Sommige machtigingen zijn afhankelijk van andere. Deze afhankelijkheden worden weergegeven in de gebruikersinterface wanneer u op een machtiging klikt om deze te selecteren. Als u bijvoorbeeld op een Bewerken-machtiging klikt, worden zowel Bewerken als Weergeven geselecteerd, omdat u iets moet kunnen weergeven om het te kunnen bewerken. De afhankelijkheden tussen machtigingen kunnen per CXone applicatie verschillen.
  • Meer informatie over de specifieke machtigingen en toegangsrechten die u kunt toewijzen aan rollen, zijn te vinden in het onderwerp Machtigingen van de desbetreffende CXone-applicatie.
  • Sommige Digital Experience machtigingen worden beheerd in het specifieke portaal voor die applicatie.
  • De volgende soorten gegevens worden niet beperkt door de machtigingen van een rol:
    • Gegevensdownloadrapporten
    • Directe gegevenstoegang-rapporten
    • API's