Als de Format-eigenschap niet met een procentteken (%) begint en geen @-tekens bevat, wordt de opmaak bepaald volgens de Number Format-methode. Deze opmaak verwacht dat de String een floating-point waarde bevat. De volgende opmaakaanduidingen worden ondersteund in de Format-eigenschap:
|
Aanduiding |
Beschrijving |
|---|---|
|
'0' (plaatshouder voor een cijfer) |
Als de waarde die wordt opgemaakt een cijfer bevat op de positie waar de '0' in de opmaakstring staat, dan wordt dat cijfer gekopieerd naar de uitvoerstring. Anders wordt op die positie in de uitvoerstring een '0' opgeslagen. |
|
# (plaatshouder voor een cijfer) |
Als de waarde die wordt opgemaakt een cijfer bevat op de positie waar de '#' in de opmaakstring staat, dan wordt dat cijfer gekopieerd naar de uitvoerstring. Anders wordt er niets opgeslagen op die positie in de uitvoerstring. |
|
. Decimale punt |
Het eerste '.'-teken in de opmaakstring bepaalt de locatie van het decimale scheidingsteken in de opgemaakte waarde; eventuele volgende '.'-tekens worden genegeerd. |
|
, (scheidingsteken voor duizendtallen) |
Als de opmaakstring een of meer ','-tekens bevat, worden in de uitvoerstring scheidingstekens voor duizendtallen geplaatst tussen elke groep van drie cijfers (links van het decimale scheidingsteken). Het aantal en de plaatsen van de ','-tekens in de opmaakstring hebben geen invloed op de uitvoerstring; ze geven alleen aan dat scheidingstekens voor duizendtallen gebruikt moeten worden. |
|
E+ (wetenschappelijke notatie) |
Als een van de strings 'E+', 'E-', 'e+' of 'e-' in de opmaakstring voorkomt, wordt het getal opgemaakt volgens de wetenschappelijke notatie. Een groep van maximaal vier '0'-tekens kan direct achter de 'E+', 'E-', 'e+' of 'e-' worden geplaatst om het minimum aantal cijfers in de exponent te bepalen. Met de aanduidingen 'E+' en 'e+' zorgt u ervoor dat een plusteken wordt uitgevoerd voor positieve exponenten en een minteken wordt uitgevoerd voor negatieve exponenten. De aanduidingen 'E-' en 'e-' geven alleen een minteken weer bij negatieve exponenten. |
|
'xx'/"xx" |
Tekens tussen enkele of dubbele aanhalingstekens worden letterlijk overgenomen in de uitvoerstring en hebben geen invloed op de opmaak. |
|
; |
Dit teken wordt gebruikt om positieve, negatieve en nulwaarden in de opmaakstring te scheiden. |
De locaties van de meest linkse '0' voor het decimale scheidingsteken in de opmaakstring en de meest rechtse '0' na het decimale scheidingsteken in de opmaakstring bepalen het aantal cijfers dat aanwezig is in de uitvoerstring.
Het getal wordt altijd afgerond op evenveel cijfers achter de komma als er cijfer-plaatshouders ('0' of '#') rechts van het decimale scheidingsteken staan. Als de opmaakstring geen decimaal scheidingsteken bevat, wordt het invoergetal afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Als het invoergetal meer cijfers links van het decimale scheidingsteken bevat dan er cijfer-plaatshouders links van het '.'-teken in de opmaakstring staan, dan worden de extra cijfers uitgevoerd vóór de plaatshouder voor het eerste cijfer.
Om verschillende notaties voor positieve, negatieve en nulwaarden te ondersteunen, kan de opmaakstring één tot drie secties bevatten, die worden gescheiden door puntkomma's:
- Eén sectie: de opmaakstring geldt voor alle waarden.
- Twee secties: de eerste sectie is van toepassing op positieve waarden en nullen, en de tweede sectie is van toepassing op negatieve waarden.
- Drie secties: de eerste sectie is van toepassing op positieve waarden, de tweede op negatieve waarden en de derde op nullen.
Als de sectie voor negatieve waarden of de sectie voor nulwaarden leeg is (als er niets staat tussen de puntkomma's die de sectie afscheiden), dan wordt in plaats daarvan de sectie voor positieve waarden gebruikt.
Als de sectie voor positieve waarden leeg is, of als de hele opmaakstring leeg is, wordt de waarde opgemaakt volgens een algemene floating-point notatie met 15 significante cijfers. De algemene floating-point notatie wordt ook gebruikt als de waarde meer dan 18 cijfers links van het decimale scheidingsteken bevat en de opmaakstring geen wetenschappelijke notatie specificeert.
De onderstaande tabel geeft voorbeelden voor waarden die worden ingevoerd in de Format- en String-eigenschappen:
|
Format-eigenschap |
String-eigenschap: 1234 |
String-eigenschap: -1234 |
String-eigenschap: 0,5 |
String-eigenschap: 0 |
|---|---|---|---|---|
|
0 |
1234 |
-1234 |
0,5 |
0 |
|
0,00 |
1234.00 |
-1234,00 |
0,50 |
0,00 |
|
#.## |
1234 |
-1234 |
.5 |
|
|
#,##0.00 |
1234.00 |
-1.234,00 |
0,50 |
0,00 |
|
#,##0.00;(#,##0.00) |
1234.00 |
(1,234.00) |
0,50 |
0,00 |
|
#,##0.00;;Zero |
1234.00 |
-1.234,00 |
0,50 |
Zero |
|
0,000E+00 |
0,000E+03 |
-1.234E+03 |
5,000E-01 |
0,000E+00 |
|
#.###E-0 |
1.234E3 |
-1.234E3 |
5E-1 |
0E0 |